ALBERT

All Library Books, journals and Electronic Records Telegrafenberg

feed icon rss

Your email was sent successfully. Check your inbox.

An error occurred while sending the email. Please try again.

Proceed reservation?

Export
  • 1
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Springer
    European journal of plant pathology 80 (1974), S. 37-47 
    ISSN: 1573-8469
    Source: Springer Online Journal Archives 1860-2000
    Topics: Agriculture, Forestry, Horticulture, Fishery, Domestic Science, Nutrition
    Description / Table of Contents: Samenvatting Dwarscoupes van jonge takjes van sandelbomen werden gekleurd met 0,1% anilineblauw en de fluorescentie in ultraviolet licht met de microscoop bestudeerd. Van een ‘spike’-zieke sandelboom, die in een aantal takken de symptomen duidelijk vertoonde, werd een aantal monsters genomen (Fig. 1, monsters 1 t/m 5). Deze monsters bestonden uit jonge, groene takjes van een ‘spike’-vertonende tak (1), gezond uitziende takken (2, 3 en 4), en uit een ouder, verhout takje van een ‘spike’-vertonende tak (5). Tevens werd onderzoek verricht aan een sandelboom, die ongeveer een jaar geleden was geïnfecteerd met de ziekte door middel vanCuscuta, doch die, na het afsterven van enige takken, op het moment van onderzoek geen symptomen meer te zien gaf. Als controle diende een gezonde sandelboom. De monsters 1 (Fig. 2), 2 (Fig. 4), 3 (Fig. 5) en 5 (Fig. 7) vertoonden alle fluorescentie over de gehele breedte van het floëem (Fig. 2B, 4, 5 en 7B) in tegenstelling tot dat van de gezonde boom (Fig. 3 en 8) en monster 4 (een heel jong takje) van de zieke boom (Fig. 6). Takjes van de schijnbaar gezonde boom, die viaCuscuta was geïnfecteerd, vertoonden sterke fluorescentie over de gehele breedte van het floëem (Fig. 9 en 10). Dwarscoupes van bladeren van een gezonde boom (Fig. 11) en van die met ‘spike’-symptomen (Fig. 12) vertoonden ook de verschillen in fluorescentie in het floëem van de vaatbundels. In het eerste geval was de fluorescentie weer beperkt tot de buitenste lagen van het floëem (Fig. 11B), terwijl in het tweede geval fluorescentie in het gehele floëem optrad (Fig. 12B). Dwarscoupes van wortels van gezonde en zieke bomen gaven ongeveer dezelfde hoeveelheid fluorescentie in het floëem te zien. De toepassing van fluorescentiemicroscopie biedt perspectieven voor de diagnose van de ‘spike’-ziekte, wanneer de sandelboom nog geen uitwendige symptomen vertoont.
    Notes: Abstract Fluorescence microscopy of cross sections of young twigs from sandal trees, stained with aniline blue, showed a marked difference in fluorescence in the phloem area of healthy and spike-diseased trees. In sections of twigs from healthy trees fluorescence was restricted to the outer zone of the phloem whereas the phloem zone in spike-diseased trees fluoresced over its total area. Older twigs and leaves, but not roots, showed a similar phenomenon. The diagnostic value of this method is discussed.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 2
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Springer
    European journal of plant pathology 80 (1974), S. 145-153 
    ISSN: 1573-8469
    Source: Springer Online Journal Archives 1860-2000
    Topics: Agriculture, Forestry, Horticulture, Fishery, Domestic Science, Nutrition
    Notes: Abstract A histochemical study with aniline blue staining revealed a positive correlation between the time of external symptom development and abnormal fluorescence in phloem tissue ofVinca rosea plants grafted with mycoplasma-infectedVinca scions. A range of abnormal fluorescence was observed in phloem tissue ofVinca stems after mycoplasmas of 15 different plant origins were respectively introduced by graft-inoculation. The degree of fluorescence intensity and distribution in phloem tissue was related to the severity of disease. Results from examination of mycoplasmas from culture did not suggest that these organisms themselves contribute to the abnormal fluorescence in phloem of infectedVinca.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 3
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Springer
    European journal of plant pathology 79 (1973), S. 112-121 
    ISSN: 1573-8469
    Source: Springer Online Journal Archives 1860-2000
    Topics: Agriculture, Forestry, Horticulture, Fishery, Domestic Science, Nutrition
    Description / Table of Contents: Samenvatting De mycoplasma-achtige lichaampjes die in planten, aangetast door de ‘spike’-ziekte van de sandelboom (Santalum album) worden aangetroffen, bezitten een eenvoudige structuur, bestaande uit een celmembraan, ribosomen en een DNA-streng (nucleoïd) (Fig. 1). Ultradunne coupes van een stengel van een geïnfecteerde plant vanVinca rosea vertoonden drie typen pleomorfe lichaampjes, te weten: ronde lichaampjes, 160–280 nm in doorsnee, grote lichaampjes, 400–800 nm in doorsnee, en lichaampjes van 50–160 nm doorsnee met een sterk osmiofiel karakter (Fig. 3). In de lichaampjes van het eerste type ontbrak de nucleoïd en de ribosomen waren gelijkmatig verdeeld over het cytoplasma. Bij het tweede type was de nucleoïd zichtbaar in het midden van de lichaampjes, maar sommige van deze hadden een elektronen-optisch leeg centrum. Van enkele van deze lichaampjes was de membraan gescheurd en er trad knopvorming en instulping van deze laatste op (Fig. 2A, 2B en 5). De merkwaardigste structuur vertoonden de sterk osmiofiele lichaampjes, die vaak gedegenereerde cellen van zeefvaten vulden (Fig. 3–8). Deze afwijkende lichaampjes werden begrensd door een eenheidsmembraan en vertoonden geen cytoplasmatische structuur, kennelijk als gevolg van condensatie (Fig. 3 en 4). Dit type trad alleen op in bepaalde delen van aangetast floëem (Fig. 6–8). Ze wisselden sterk in grootte en vorm maar behielden een duidelijke membraan (Fig. 6 en 8). De lichaampjes van de eerste twee typen werden, zonder de afwijkende vorm, gevonden in veel jongere floëemcellen van hetzelfde weefsel (Fig. 7). Het is mogelijk dat de abnormale vorm, die in deze studie is waargenomen, een natuurlijk gedegenereerde vorm is van de mycoplasma-achtige lichaampjes die een rol spelen bij de ‘spike’-ziekte van de sandelboom.
    Notes: Abstract An anomalous form of mycoplasma-like bodies was found in ‘necrotic’ cells in the sieve elements of periwinkle stem after infection with the sandal spike disease agent. These bodies, 50–160 nm in diameter, were strongly osmiophilic and bounded by a unit membrane. It is suggested that these anomalous bodies represent a naturally degenerated form of the mycoplasma-like bodies.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 4
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Springer
    European journal of plant pathology 79 (1973), S. 207-217 
    ISSN: 1573-8469
    Source: Springer Online Journal Archives 1860-2000
    Topics: Agriculture, Forestry, Horticulture, Fishery, Domestic Science, Nutrition
    Notes: Abstract Detection of phloem cells containing mycoplasma-like bodies associated with the sandal spike disease was made easier by observing sections from stems of infectedVinca rosea plants by means of fluorescence microscopy. The aniline blue-stained cells that contained mycoplasma-like bodies fluoresced yellow in ultraviolet light (366 nm). The presence of mycoplasma-like bodies was confirmed by examination of ultrathin sections obtained from the same stems in the electron microscope.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 5
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Springer
    European journal of plant pathology 79 (1973), S. 235-235 
    ISSN: 1573-8469
    Source: Springer Online Journal Archives 1860-2000
    Topics: Agriculture, Forestry, Horticulture, Fishery, Domestic Science, Nutrition
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 6
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Springer
    Protoplasma 95 (1978), S. 207-216 
    ISSN: 1615-6102
    Keywords: Mycoplasma-like organisms ; tubular structures ; aster yellows ; periwinkle
    Source: Springer Online Journal Archives 1860-2000
    Topics: Biology
    Notes: Summary The association of tubular structures (TS) with mycoplasma-like organisms (MLO) inVinca rosea plants infected with the Alberta isolate of the aster yellows agent was investigated. Studies on graft transmission and infection time course monitored by electron microscopy revealed that MLO were associated with TS in all infection stages examined, viz., from an incubation period to 1 month after symptom development, and that TS were transferable from plant to plant together with MLO by grafting. Intracellular orientation of TS and their relations to MLO were illustrated.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 7
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Springer
    Potato research 23 (1980), S. 49-55 
    ISSN: 1871-4528
    Keywords: local lesion host ; carla virus ; hypersensitive reaction
    Source: Springer Online Journal Archives 1860-2000
    Topics: Agriculture, Forestry, Horticulture, Fishery, Domestic Science, Nutrition
    Description / Table of Contents: Zusammenfassung Um die Anfälligkeit für 3 Isolate des Kartoffelvirus S (PVS) zu bestimmen, wurden 8 Linien vonChenopodium quinoa in einer Klimakammer (27 °C bei 16 Stunden Lichtdauer; Lichtintensität: 5380 Lux) untersucht. Klare Unterschiede wurden gefunden im Typ der Lokalläsionen, im Grad der Läsionsdeutlichkeit, in der Läsionsgrösse und in der Inkubationsdauer (Tabelle 1, Abb. 1). Dagegen wurden in der Reaktion der 8 Linien vonC. quinoa zwischen den drei geprüften PVS-Isolaten keine ausgeprägten Unterschiede festgestellt. In einem detaillierten Vergleich erzeugte ‘Valdivia’, eine der empfindlichsten Linien, 5 Tage nach der Inokulation zahlreiche Lokalläsionen. Die Lokalläsionen auf ‘Selection C’ waren ausgeprägter als jene auf ‘Valdivia’ (Abb. 2). Es kann also daraus geschlossen werden, dass ‘Valdivia’ und ‘Selection C’ als Massentestpflanzen für PVS gleich gut geeignet sind. Die Auswahl zur Benützung einer dieser Linien kann vom speziellen Zweck einer vorgesehenen Studie abhängen.
    Abstract: Résumé Afin de déterminer leur sensibilité à 3 isolats de virus S de la pomme de terre (PVS), 8 souches deChenopodium quinoa ont été testées dans un phytotron (27 °C avec photopériode de 16 heures; intensité lumineuse: 5380 lux). Nous avons trouvé de nettes différences entre les types de lésions locales, le degré de différenciation des lésions, leur taille et période d’incubation (tableau 1, figure 1). Cependant, aucune différence perceptible entre les 3 isolats de PVS testés n’a pu être faite quant aux réactions des 8 souches deC. quinoa. Dans une comparison détaillée, ‘valdivia’ l’une des souches les plus sensibles, a provoqué de nombreuses lésions locales 5 jours après inoculation. Les lésions locales sur ‘sélection C’ étaient plus caractéristiques que celles sur ‘valdivia’ (figure 2). Ainsi, nous pouvons conclure que ‘valdivia’ et ‘sélection C’ conviennent toutes deux comme plantes pour le dosage de PVS. Le choix de l’une ou l’autre de ces souches dépend des buts particuliers de chaque étude.
    Notes: Summary Eight strains ofChenopodium quinoa were compared, under the controlled conditions, to determine their sensitivity in terms of local lesion production by potato virus S. ‘Valdivia’, one of the most sensitive strains to three isolates of PVS, produced numerous visible local lesions 5 days after inoculation. ‘Selection C’ also was highly susceptible to the three virus isolates, and local lesions were more distinctive than those in ‘valdivia’.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 8
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Springer
    Potato research 16 (1973), S. 202-212 
    ISSN: 1871-4528
    Source: Springer Online Journal Archives 1860-2000
    Topics: Agriculture, Forestry, Horticulture, Fishery, Domestic Science, Nutrition
    Description / Table of Contents: Zusammenfassung Sieben aus Kanada und den Niederlanden stammende Isolate des Kartoffelvirus M (PVM) wurden in dieser Untersuchung gebraucht, um den Wert des Brechbohnen (Phaseolus vulgaris L.)-Testes für die praktische Verwendung beim Nachweis des PVM zu ermitteln. Die Inokulation erfolgte durch Abreiben jeder Blatthälfte (nach Bestäubung mit Karborund, 600 Mesh) von voll ausgewachsenen Primärblättern mit einem Baumwollappen, der vorher in ein Inokulum (mit 0,057M Phosphatbuffer, pH 8,5, verdünnt) getaucht worden war. Intakte Blätter und gepflückte Blätter. Die Empfindlichkeit der Primärblätter der Bohne nahm durch das Pflücken vom Stengel ab. Bohnensorten und Virusisolate. PVM-Isolate vonKing Edward, Bintje, Fortuna undUp-to-Date führten bei den folgenden Bohnensorten zu Lokalläsionen:Red Kidney, Bataaf, Prinsesco, Processor, Saxa, Walcherse Witte undWagenaars. Imuna, Noordhollandse Bruine undPinto UI 114 waren resistent gegen PVM (Tabelle 1).Alter des Blattes. Die Empfänglichkeit der Bohnenblätter änderte mit zunehmendem Alter. Die grösste Empfänglichkeit wurde 11 Tage nach der Saat beiRed Kidney, Bataaf, Processor undWalcherse Witte erreicht und 12 Tage nach des Saat beiWagenaars (Abb. 1). Verdünnungsendpunkt. PVM wurde in allen Knollenteilen bis zu einer Verdünnung von 10−3 entdeckt, nicht aber bei Verdünnung von 10−4, während PVM im Blatt bis zu einer Verdünnung von 10−4, aber nicht von 10−5 gefunden wurde (Tabelle 2). Langlebigkeit des Virus. Die Langlebigkeit des PVM war in den Knollenextrakten stets grösser (48 Std.) als in jenen von Blattextrakten (24 Std). bei 21–22°C (Abb. 2). Die Infektiosität von Blattmustern, tiefgefroren bei −15°C, nahm nicht stark ab, wie dies bei Saftmustern, aufbewahrt bei 22°C, der Fall war (Tabelle 3). Nachweis des PVM direkt in der Knolle. PVM wurde festgestellt in Augen, Rinde, Keim und Mark der Knollen, die während 8 Monaten bei 4°C gelagert wurden (Tabelle 4). Die Nachweisrate von 84% wurde durch direkte Inokulierung von halben Blättern vonRed Kidney-Bohnen mit Knollenstücken erzielt (Tabelle 5). Daraus wurde geschlossen, der Bohnentest zur Erfassung des PVM in Knollen, Keimen und Blättern der Kartoffel sei von praktischem Belang. Ferner wurde angenommen, dass der Bohnentest auch nützlich sein könnte bei der Auslese von Kartoffellinien bei der Untersuchung ihrer Resistenz gegen PVM und beim Auslesen von virusfreien Pflanzkartoffeln im Hinblick auf die nachfolgende Weitervermehrung.
    Abstract: Résumé Dans la présente recherche, l'auteur a utilisé sept isolats du virus M de pomme de terre (PVM) provenant du Canada et de Hollande pour déterminer la valeur du test sur haricot vert (Phaseolus vulgaris L.) dans la pratique de détection du virus PVM. L'inoculation a été réalisée en frottant chaque moitié de feuilles primaires pleinement développées, poudrées avec du carborundum 600, avec un tampon de coton trempé dans l'inoculum dilué dans 0,057M, tamponné de phosphate, de pH 8,5. Feuilles de plantes intactes à feuilles détachées. Lors du sectionnement, la sensibilité des feuilles primaires de haricot diminue significativement de la tige au pétiole. Variétés de haricot et isolats de virus. Les isolats de PVM deKing Edward, Bintje, Fortuna etUp-to-Date provoquent des lésions locales chez les variétés de haricot suivantes:Red Kidney, Bataaf, Prinsesco, Processor, Saxa, Walcherse Witte etWagenaars. Imuna, Noordhollandse Bruine, etPinto UI 114 sont résistants au PVM (Tableau 1). Age de la feuille. La susceptibilité des feuilles de haricot varie avec leur âge. La susceptibilité maximum au PVM est obtenue 11 jours après le semis chezRed Kidney, Bataaf, Processor etWalcherse Witte, et 12 jours chezWagenaars (Fig. 1). Point extrême de dilution du virus. PVM est détecté dans toutes les parties du tubercule jusqu'à la dilution de 10−3 mais non plus à la dilution 10−4, tandis que dans la feuille le PVM est détecté jusqu'à la dilution de 10−4, mais non plus à la dilution de 10−5 (Tableau 2). Longévité du virus. La longévité du PVM est toujours plus grande dans les extraits du tubercule (48 heures) que dans ceux de la feuille (24 heures) à 21–22°C (Fig. 2). L'infection d'échantillons de feuilles, gelées à −15°C, ne diminue pas fortement comme c'est le cas dans les échantillons conservés à 22°C (Tableau 3). Détection directe du PVM dans le tubercule. Le PVM se détecte dans l'oeil, la couche corticale, le germe et la moëlle des tubercules conservés 8 mois à 4°C (Tableau 4). Le taux de détection est de 84% lorsqu'on inocule directement des demi-feuilles de haricotRed Kidney avec des fragments coupés de tubercule (Tableau 5). La conclusion est que le test sur haricot est pratique pour la détection du PVM dans les tubercules, les germes et les feuilles de pomme de terre. L'auteur suggère en outre que le test sur haricot peut être pleinement utile dans l'élimination de clones de pomme de terre lors de l'étude de la résistance au PVM, de même que dans la sélection de tubercules de pomme de terre libres de virus en vue d'une multiplication ultérieure.
    Notes: Summary A simple French bean test was found useful in detecting potato virus M (PVM) in tubers, sprouts, and leaves of potato. Intact primary leaves of several bean cultivars were highly susceptible to the selected isolates of PVM fromKing Edward, Bintje, Fortuna, andUp-to-Date. Distinctive brown local lesions were formed 3 days after PVM inoculation. Certain factors, including leaf age, virus inactivation in sap, and relative virus infectivity in leaf and different parts of tuber, were studied by the French bean test. PVM was detectable by inoculating bean half-leaves directly with freshly cut pieces of tubers.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
Close ⊗
This website uses cookies and the analysis tool Matomo. More information can be found here...