ALBERT

Description: Tweestaarten Diplura behoren met de springstaarten Collembola en beentasters Protura tot de Entognatha. Dat zijn kleine ongevleugelde bodemdieren met zes poten, die zich onderscheiden van de insecten door hun verzonken monddelen. Tot nu toe waren twee soorten voor Nederland gemeld, maar voor België 13. Tijdens een onderzoek naar in mierennesten levende organismen werden twee soorten gevonden die nog niet uit Nederland bekend waren. Verder onderzoek zal zeker nog meer nieuwe tweestaarten kunnen opleveren.

Description: Larven van kriebelmuggen komen uitsluitend voor in stromend water, waar ze met hun waaiervormige monddelen deeltjes filteren uit het voorbij stromende water. Het zijn goede indicatoren voor zuurstofrijk water. Tot nu toe was niet duidelijk welke soorten precies voorkomen in Nederland en België en de determinatie van kriebelmuggen wordt vaak als lastig beschouwd. Om dit te verhelpen, presenteren we hier determinatietabellen voor alle in Nederland en België voorkomende soorten, zowel voor larven van het laatste stadium als voor poppen.

Description: De catalogus van de Nederlandse kevers uit 2010 geeft het meest recente overzicht van de Nederlandse kevers. Er staan 372 soorten loopkevers op deze lijst. Per soort wordt een overzicht gegeven van de provincies waaruit waarnemingen bekend zijn. Voor elk zogenaamd provincierecord is een collectie-exemplaar aangeduid als bewijsexemplaar. Sinds 2010 is er veel nieuwe informatie over loopkevers bekend geworden. In dit artikel worden de wijzigingen in de lijst toegelicht.

Description: Hoe een leek op het gebied van wespen en bijen toch een leuke vondst kan doen. Op zonnige dagen gaat de auteur regelmatig op ‘tuinsafari’. Een tuin waarin rekening wordt gehouden met vogels en insecten, door keuze van beplanting en het ophangen van insectenhotels. De inspanningen leverden op 23 juli 2014 een opvallende wesp op. In een bijna automatische reactie werden snel foto’s gemaakt, in de hoop ze later te kunnen determineren. De wesp vloog daarna weg en werd niet meer gezien. Na determinatie blijkt het reuzenertswesp Leucospis dorsigera te zijn, een nieuwe soort bronswesp voor Nederland.

Description: De gewone citroenzweefvlieg Xanthogramma pedissequum is een eenvoudig te herkennen zweefvlieg. Tenminste, dat dachten we tot voor kort. Nu blijkt dat de bijna identieke X. dives en X. stackelbergi ook in Nederland rondvliegen. Gelukkig zijn er enkele kenmerken waarmee deze drie soorten citroenzweefvlieg in het veld redelijk herkenbaar blijken. In dit artikel bespreken we deze kenmerken en geven we informatie over verspreiding en vliegtijden van de drie soorten.

Description: Wespblaaskoppen Leopoldius worden ondanks hun opvallende uiterlijk maar weinig waargenomen. De soorten zijn lastig van elkaar te onderscheiden en bovendien werden tot voor kort variabele kenmerken gebruikt, wat tot veel verwarring heeft geleid. Nu blijkt dat alleen vrouwtjes met zekerheid te herkennen zijn aan de vorm van het klampje. Dit is een lepelvormig uitsteeksel onder het vijfde achterlijfsegment. Het wordt gebruikt bij het afzetten van eieren op een gastheer. Waarschijnlijk zijn limonadewespen de belangrijkste gastheer van Leopoldius. In dit artikel wordt een nieuwe soort voor België en een nieuwe soort voor Luxemburg gemeld. Daarnaast wordt een overzicht geboden van waarnemingen in Nederland, België en Luxemburg en een sleutel tot de Noordwest-Europese soorten.

Description: Ondanks de fors toegenomen aandacht voor watermacrofauna sinds begin jaren 1980 is de schietmot Molanna albicans maar sporadisch aangetroffen. In dit artikel wordt de eerste larvenvondst van M. albicans buiten Drenthe beschreven. Samen met de vindplaatsen in Drenthe is de soort nu van vijf vennen in Nederland bekend. Aanvullend worden de determinatiekenmerken aan de hand van foto’s geïllustreerd.

Description: Caddisflies are a species rich insect order. The adults are moth-like, but their wings bear hairs instead of scales. The larvae are aquatic and live in self-constructed cases, made of plant material, sand or debris. The species are used as indicators of water quality, but much is still not known about their biology and ecology. In this paper the preferred substrates and phenology of the larvae of 13 species are described, using the data of a survey of two lowland streams in the east of the Netherlands.

Description: Slakkendodende vliegen danken hun naam aan hun roofzuchtige, parasitaire larven, die het op slakken gemunt hebben. Uit België en Nederland zijn circa 60 soorten uit deze familie bekend, maar er zijn er zeker meer te ontdekken. Dit artikel meldt een nieuwe soort voor de Nederlandse fauna uit het genus Psacadina, dat in beide landen drie soorten telt. De herkenning en het voorkomen van de drie soorten wordt uitgebreid besproken.

Description: Zwarte vliegen behoren tot de muggen, maar door hun korte antennen doen ze oppervlakkig aan vliegen denken. De mannetjes zien er met hun grote kop en grote ogen heel anders uit dan de vrouwtjes, die een kleine kop met kleine ogen hebben. In het voorjaar vormen sommige soorten opvallend grote zwermen op windluwe plekken. Aan de 17 soorten die reeds uit Nederland bekend waren, kan er nu één worden toegevoegd: Bibio venosus.

Description: Astrobunus laevipes is een hooiwagen die via het Rijnbekken recentelijk ons land is binnengekomen. Er waren al vondsten langs de Waal en Nederrijn in Gelderland en het meest oostelijke puntje van de provincie Utrecht. Door gerichte inventarisaties kunnen wij de hooiwagen nu nieuw voor de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant melden. Daarnaast is er van A. laevipes nu ook een waarneming langs de IJssel en enkele westelijker in de provincie Utrecht. Allerlei rivierbegeleidende biotopen langs (uitlopers van) de Nederrijn en Waal worden al door deze opmerkelijke hooiwagen bevolkt, maar de noordelijke uitbreiding via de IJsselvallei lijkt veel trager te verlopen. De Maas lijkt nog niet bereikt.

Description: De familie der sluipvliegen is één der soortenrijkste vliegenfamilies in ons land. De larven ontwikkelen zich inwendig in ongewervelden, veelal vlinderrupsen. De familie is in ons land relatief goed bestudeerd. In dit artikel wordt wederom een soort voor het eerst uit ons land vermeld. Hiermee komt het totaal aantal soorten dat in Nederland ooit vastgesteld is op 334.

Description: Mariene borstelwormen vormen een ecologisch belangrijke, soortenrijke groep. Van diverse families is niet veel bekend over het voorkomen in Nederland en de bamboewormen (familie Maldanidae) behoren tot de slechtst bekende groepen. Bamboewormen danken hun naam aan de lange en aan het uiteinde verdikte segmenten. In dit artikel wordt een nieuwe bamboeworm voor Nederland besproken en een opsomming gegeven van de nu bekende inheemse soorten.

Description: Slakkendodende vliegen zijn nog relatief slecht onderzocht in ons land, zeker de kleine soorten. De vertegenwoordigers van het genus Anticheta zijn kleine vliegjes, waarvan slechts twee soorten uit ons land bekend waren. Uitgebreider onderzoek, zowel in collecties als in het veld, heeft twee nieuwe soorten voor de fauna aan het licht gebracht: Anticheta nigra en A. obliviosa. Van de eerste soort waren wereldwijd slechts acht exemplaren bekend.

Description: Zelfs in een goed onderzochte insectengroep als de zweefvliegen zijn nog altijd nieuwe soorten voor de Nederlandse fauna te ontdekken. Ook in 2014 was het weer raak, dit keer in het fraaie natuurgebied rond de Drentsche Aa. Het lijkt niet toevallig dat deze aanvulling op de Nederlandse fauna juist hier werd gevonden. Deze vindplaats vult ecologische informatie uit het buitenland aan, waardoor langzamerhand een beeld begint te ontstaan van de levenswijze van deze zeldzame zweefvlieg, waarover tot voor kort weinig bekend was.

Description: De doornkaakzandbij ziet er in het voorjaar een beetje anders uit dan in de zomer. Daarom worden de voorjaarsdieren door sommigen tot een andere soort beschouwd dan de zomerdieren. Uit Nederland zijn slechts drie exemplaren bekend: twee uit het voorjaar en één uit de zomer. Toevallig komen alle exemplaren uit hetzelfde gebied. Of is dit geen toeval?

Description: Elfjes behoren tot de vroegste zweefvliegen die in het voorjaar uit de pop kruipen. Rond bloeiende wilgen wemelt het vaak van wilgenelfjes Melangyna lasiophthalma, waardoor het zoeken naar de zeldzamere soorten soms lastig is. Toch zijn de meeste soorten relatief makkelijk van elkaar te onderscheiden. Met de vondst van het Sachalinelfje M. pavlovskyi wordt het echter weer iets lastiger.

Description: Steltmuggen lijken op langpootmuggen en zijn daar nauw aan verwant. Veel soorten zijn groot en karakteristiek gekleurd, maar toch zijn ze in Nederland nog weinig bestudeerd. Dit artikel bewijst dat er nog veel te ontdekken valt: in één jaar tijd zijn drie soorten gevonden die nog niet uit ons land bekend waren: Atypophthalmus inustus, Molophilus niger en Arctoconopa melampodia. Hiermee komt het totaal aantal soorten voor Nederland op 149. De nieuwe meldingen sluiten goed aan op het bekende verspreidingsgebied.

Description: Jalla dumosa is een in Nederland zeer zeldzame pentatomide, die in 1969 voor het laatst was waargenomen op Terschelling. Na 45 jaren zonder waarnemingen werd ze in 2014 weer in klein aantal waargenomen in de Kooiduinen op Ameland. Rupsen van onder andere de duinparelmoervlinder en de sint-jansvlinder stonden daar op het menu. In deze bijdrage wordt informatie samengevat over de vondsten in Nederland, de biologie en de verspreiding van de soort.

Description: In August 2014 the exotic jellyfish Blackfordia virginica was captured in the harbour of Amsterdam. This is the first confirmed record of this species in the Netherlands, although in October 2013 a possible specimen was filmed and released. This indicates that the species might be established in the Amsterdam area, although repeated introduction with ballast water cannot be ruled out. In September 2014 hydrozoan polyp colonies closely resembling those of B. virginica were collected near IJmuiden in the Noordzeekanaal, a canal connecting Amsterdam with the North Sea at IJmuiden.

Description: Wie een steen of boomstronk omkeert en voor het eerst een Trogulus opmerkt, zal dit bizarre beest niet direct associëren met een hooiwagen. Met de korte, stevige poten, het afgeplatte achterlijf dat overdekt is met strooisel en zand, en een trage manier van voortbewegen is het een ongewone verschijning. De soorten van dit geslacht zijn bodembewoners die zich voornamelijk voeden met kleine huisjesslakken. Uit ons land waren tot nu toe twee soorten bekend. De identiteit van een van die twee was lang onzeker, maar door nieuwe inzichten is nu duidelijk om welke soort het werkelijk gaat. In Nederland blijkt bovendien nog een derde soort voor te komen, die hier voor het eerst gemeld wordt.

Description: Roofvliegen zijn met 40 Nederlandse soorten een vrij kleine groep, die behoorlijk goed is onderzocht. Het gebeurt dan ook niet vaak dat er een nieuwe soort voor de Nederlandse fauna kan worden opgetekend. De meeste roofvliegen zijn grijze vliegen, zo niet de stamjagers van het genus Choerades. Dit zijn juist vrij opvallend gekleurde vliegen. Zo heeft de rode dennenstamjager Choerades gilvus een rood gekleurd achterlijf. Opmerkelijk genoeg blijkt dat in Nederland juist onder deze opvallende verschijning twee soorten schuilgaan.

Description: Onlangs werd op een braakliggend terrein in Roermond de zaadkever Bruchus brachialis verzameld. Dit is de eerste Nederlandse vondst van deze zuidelijke soort. Een reeks recente waarnemingen uit de ons omringende landen laat zien dat deze soort al enige jaren in een noordwaartse areaaluitbreiding verwikkeld is. Met deze ontdekking komt het aantal Nederlandse Bruchus-soorten op zeven.

Description: Nieuw gevormd landschap, zoals jonge duinvalleien, opgespoten polders en bedrijventerreinen in ontwikkeling vormen de habitat van gespecialiseerde soorten. Je moet tegen een stootje kunnen om in een dergelijke zandige, schaars begroeide omgeving te overleven. Vooral langdurig warme, droge perioden vormen een probleem voor vochtminnende bodemdieren. De springstaartsoorten die hier overleven zijn warmteminnend en droogteresistent, een bijzondere combinatie voor bodemdieren. Dit geldt ook voor Entomobrya unostrigata, een nieuwe aanwinst voor de fauna van Noordwest-Europa. Er is een aantal populaties van deze soort op de Tweede Maasvlakte gevonden. De dieren zaten hier onder stenen en hout op opgespoten zand.

Description: De Polychaeta vormen een groep van vrijwel uitsluitend mariene wormen, gekenmerkt door een geleed lichaam met aan de meeste leden een tamelijk groot aantal borstels. Het is een soortenrijke groep; ze spelen een belangrijke rol in de ecologie en diversiteit van vooral zachte, maar ook harde zeebodems. In vergelijking met de kreeftachtigen en weekdieren, eveneens soortenrijke groepen in dezelfde biotoop, zijn borstelwormen minder goed onderzocht. In dit artikel wordt de zeerups Fimbriosthenelais minor nieuw voor ons land gemeld. Met name op stenige en schelprijke bodems zijn nog meer nieuwe borstelwormen voor ons land te verwachten.

Description: Het kalkdoorntje is een zeldzame sprinkhanensoort, die vooral bekend is uit Zuid-Limburg en van enkele locaties in het rivierengebied. Over het voorkomen van dit kleine sprinkhaantje binnen de Gelderse Poort was lange tijd weinig bekend. Pas vanaf 2007 worden regelmatig waarnemingen gedaan. Toevallige waarnemingen op, voor de auteur, onverwachte locaties vormden de aanleiding voor een grondige inventarisatie in de jaren 2011-2013. Hieruit komt naar voren dat het kalkdoorntje een ruime verspreiding heeft binnen de Gelderse Poort en een meer diverse biotoopkeuze heeft dan voorheen bekend was.

Description: A new wastewater recovery system has been developed that combines novel biological and physicochemical components for recycling wastewater on long duration human space missions. Functionally, this Alternative Water Processor (AWP) would replace the Urine Processing Assembly on the International Space Station and reduce or eliminate the need for the multi-filtration beds of the Water Processing Assembly (WPA). At its center are two unique game changing technologies: 1) a biological water processor (BWP) to mineralize organic forms of carbon and nitrogen and 2) an advanced membrane processor (Forward Osmosis Secondary Treatment) for removal of solids and inorganic ions. The AWP is designed for recycling larger quantities of wastewater from multiple sources expected during future exploration missions, including urine, hygiene (hand wash, shower, oral and shave) and laundry. The BWP utilizes a single-stage membrane-aerated biological reactor for simultaneous nitrification and denitrification. The Forward Osmosis Secondary Treatment (FOST) system uses a combination of forward osmosis (FO) and reverse osmosis (RO), is resistant to biofouling and can easily tolerate wastewaters high in non-volatile organics and solids associated with shower and/or hand washing. The BWP has been operated continuously for over 300 days. After startup, the mature biological system averaged 85% organic carbon removal and 44% nitrogen removal, close to stoichiometric maximum based on available carbon. To date, the FOST has averaged 93% water recovery, with a maximum of 98%. If the wastewater is slighty acidified, ammonia rejection is optimal. This paper will provide a description of the technology and summarize results from ground-based testing using real wastewater

Description: Stateoftheart atmosphere revitalization life support technology on the International Space Station is theoretically capable of recovering 50% of the oxygen from metabolic carbon dioxide via the Carbon Dioxide Reduction Assembly (CRA). When coupled with a Plasma Pyrolysis Assembly (PPA), oxygen recovery increases dramatically, thus drastically reducing the logistical challenges associated with oxygen resupply. The PPA decomposes methane to predominantly form hydrogen and acetylene. Because of the unstable nature of acetylene, a downstream separation system is required to remove acetylene from the hydrogen stream before it is recycled to the CRA. A new closedloop architecture that includes a PPA and downstream Hydrogen Purification Assembly (HyPA) is proposed and discussed. Additionally, initial results of separation material testing are reported.

Description: All human space missions require significant logistical mass and volume that add an unprecedented burden on longduration missions beyond low-Earth orbit. For these missions with limited cleaning resources, a new wardrobe must be developed to reduce this logistical burden by reducing clothing mass and extending clothing wear. The present studies have been undertaken, for the first time, to measure length of wear and to assess the acceptance of such extended wear. Garments in these studies are commercially available exercise T-shirts and shorts, routine-wear T-shirts, and longsleeved pullover shirts. Fabric composition (cotton, polyester, light-weight, superfine Merino wool, modacrylic, cotton/rayon, polyester/Cocona, modacrylic/Xstatic, modacrylic/rayon, modacrylic/lyocell/aramid), construction (open knit, tight knit, open weave, tight weave), and finishing treatment (none, quaternary ammonium salt) are the independent variables. Eleven studies are reported here: five studies of exercise T-shirts, three of exercise shorts, two of routine wear Tshirts, and one of shirts used as sleep-wear. All studies are conducted in a climate-controlled environment, similar to a space vehicle's. For exercise clothing, study participants wear the garments during aerobic exercise. For routine wear clothing, study participants wear the T-shirts daily in an office or laboratory. Daily questionnaires collected data on ordinal preferences of nine sensory elements and on reason for retiring a used garment. Study 1 compares knitted cotton, polyester, and Merino exercise T-shirts (61 participants), study 2, knitted polyester, modacrylic, and polyester/Cocona exercise T-shirts (40 participants), study 3, cotton and polyester exercise shorts, knitted and woven (70 participants), all three using factorial experimental designs with and without a finishing treatment, conducted at the Johnson Space Center, sharing study participants. Study 4 compares knitted polyester and ZQ Merino exercise T-shirts, study 5, knitted ZQ Merino and modacrylic routine-wear T-shirts, with study 6 using only knitted polyester exercise shorts. No finishing treatment is used. Studies 4 and 5 use cross-over experimental designs, and all three studies were conducted aboard the ISS with six crew. Studies 4 and 6 were repeated on the ground with the same participants to learn if perception was affected microgravity. Study 7 is a longer-term, single-blind panel study of knitted routine-wear undershirts with at least 12 participants to assess tolerance to Merino by comparing it with a cotton/rayon blends, using a cross-over design, eliminating carryover effects with wash-out periods between shirts.

Description: Removal of carbon dioxide (CO2) is a necessary step in air revitalization and is often accomplished with sorbent materials. Since moisture competes with CO2 in sorbent materials, it is necessary to remove the water first. This is typically accomplished in two stages: bulk removal and residual drying. Silica gel is used as the bulk drying material in the Carbon Dioxide Removal Assembly (CDRA) in operation on ISS. There has been some speculation that silica gel may also be capable of serving as the residual drying material. This paper will describe test apparatus and procedures for determining the performance of silica gel in residual air drying.

Description: This project optimized the calorie content in a breakfast meal replacement bar for the Advanced Food Technology group. Use of multivariable optimization yielded the highest weight savings possible while simultaneously matching NASA Human Standards nutritional guidelines. The scope of this research included the study of shelf-life indicators such as water activity, moisture content, and texture analysis. Key metrics indicate higher protein content, higher caloric density, and greater mass savings as a result of the reformulation process. The optimization performed for this study demonstrated wide application to other food bars in the Advanced Food Technology portfolio. Recommendations for future work include shelf life studies on bar hardening and overall acceptability data over increased time frames and temperature fluctuation scenarios.

Description: Designing a planetary suit is very complex and often requires difficult tradeoffs between performance, cost, mass, and system complexity. To verify that new suit designs meet requirements, full prototypes must be built and tested with human subjects. However, numerous design iterations will occur before the hardware meets those requirements. Traditional drawprototypetest paradigms for R&D are prohibitively expensive with today's shrinking Government budgets. Personnel at NASA are developing modern simulation techniques which focus on humancentric designs by creating virtual prototype simulations and fully adjustable physical prototypes of suit hardware. During the R&D design phase, these easily modifiable representations of an EVA suit's hard components will allow designers to think creatively and exhaust design possibilities before they build and test working prototypes with human subjects. It allows scientists to comprehensively benchmark current suit capabilities and limitations for existing suit sizes and sizes that do not exist. This is extremely advantageous and enables comprehensive design downselections to be made early in the design process, enables the use of human performance as design criteria, and enables designs to target specific populations

Description: Advanced space life support systems require lightweight, low-power, durable sensors for monitoring critical gas components. A luminescence-based optical flow-through cell to monitor carbon dioxide, oxygen, and humidity has been developed and was demonstrated using bench top instrumentation under environmental conditions relevant to portable life support systems, including initially pure oxygen atmosphere, pressure range from 3.5 to 14.7 psi, temperature range from 50 F to 150 F, and humidity from dry to 100% RH and under liquid water saturation. This paper presents the first compact readout unit for these optical sensors, designed for the volume, power, and weight restrictions of a spacesuit portable Life support system and the analytical characterization of the optical sensors interrogated by the novel optoelectronic system. Trace gas contaminants in a space suit, originating from hardware and material off-gassing and crew member metabolism, are from many chemical families. The result is a gas mix much more complex than the pure oxygen fed into the spacesuit, which may interfere with gas sensor readings. The paper also presents an evaluation of optical sensor performance when exposed to the most significant trace gases reported to be found in spacesuits. The studies were conducted with the spacecraft maximum allowable concentrations for those trace gases and the calculated 8-hr. concentrations resulting from having no trace contaminant control system in the ventilation loop. Finally, a profile of temperature, pressure, humidity, and gas composition for a typical EVA mission has been defined, and the performance of sensors operated repeatedly under simulated EVA mission conditions has been studied.

Description: The NASA U.S. spacesuit knowledge capture (KC) program has been in operations since the beginning 2008. The program was designed to augment engineers and others with information about spacesuits in a historical way. A multitude of seminars have captured spacesuit history and knowledge over the last six years of the programs existence. Subject matter experts have provided lectures and were interviewed to help bring the spacesuit to life so that lessons learned will never be lost. As well, the program concentrated in reaching out to the public and industry by making the recorded events part of the public domain through the NASA technical library via You Tube media. The U.S. spacesuit KC topics have included lessons learned from some of the most prominent spacesuit experts and spacesuit users including current and former astronauts. The events have enriched the spacesuit legacy knowledge from Gemini, Apollo, Skylab, Space Shuttle and International Space Station Programs. As well, expert engineers and scientists have shared their challenges and successes to be remembered. The last few years have been some of the most successful years of the KC program program's life with numerous recordings and releases to the public. It is evidenced by the thousands that have view the recordings online. This paper reviews the events accomplished and archived over Fiscal Years 2012 and 2013 and highlights a few of the most memorable ones. This paper also communicates ways to access the events that are available internally to NASA as well as in the public domain.

Description: Developing a new, robust, portable life support system (PLSS) is currently a high priority for NASA in order to support longer and safer extravehicular activity (EVA) missions. One of the critical PLSS functions is maintaining the carbon dioxide (CO2) concentration in the suit at acceptable levels. Although the Metal Oxide (MetOx) canister has worked well, it has a finite CO2 adsorption capacity. Consequently, the unit would have to be larger and heavier to extend EVA times. Therefore, new CO2 control technologies must be developed to meet mission objectives without increasing the size of the PLSS. Although recent work has centered on sorbents that can be regenerated during the EVA, this strategy increases the system complexity and power consumption. A simpler approach is to use a membrane that selectively vents CO2 to space. A membrane has many advantages over current technology: it is a continuous system with no theoretical capacity limit, it requires no consumables, and it requires no hardware for switching beds between absorption and regeneration. Unfortunately, conventional gas separation membranes do not have adequate selectivity for use in the PLSS. However, the required performance could be obtained with a supported liquid membrane (SLM), which consists of a micro porous material filled with a liquid that selectively reacts with CO2 over oxygen (O2). In a current Phase II SBIR project, Reaction Systems has developed a new reactive liquid, which has effectively zero vapor pressure making it an ideal candidate for use in an SLM. The SLM function has been demonstrated with representative pressures of CO2, O2, and water (H2O). In addition to being effective for CO2 control, the SLM also vents moisture to space. Therefore, this project has demonstrated the feasibility of using an SLM to control CO2 in an EVA application. 1 President

Description: NASA is pursuing technology development of an Advanced Extravehicular Mobility Unit (AEMU) which is an integrated assembly made up of primarily a pressure garment system and a Portable Life Support System (PLSS). The PLSS is further composed of an oxygen subsystem, a ventilation subsystem, and a thermal subsystem. One of the key functions of the ventilation system is to remove and control the carbon dioxide delivered to the crewmember. Carbon dioxide washout is the mechanism by which CO2 levels are controlled within the spacesuit helmet to limit the concentration of CO2 inhaled by the crew member. CO2 washout performance is a critical parameter needed to ensure proper and robust designs that are insensitive to human variabilities in a spacesuit. A Suited Manikin Test Apparatus (SMTA) is being developed to augment testing of the PLSS ventilation loop in order to provide a lower cost and more controlled alternative to human testing. The CO2 removal function is performed by the regenerative Rapid Cycle Amine (RCA) within the PLSS ventilation loop and its performance is evaluated within the integrated SMTA and Ventilation Loop test system. This paper will provide a detailed description of the schematics, test configurations, and hardware components of this integrated system. Results and analysis of testing performed with this integrated system will be presented within this paper.

Description: No abstract available

Description: The Atmosphere Revitalization Recovery and Environmental Monitoring (ARREM) project was initiated in September of 2011 as part of the Advanced Exploration Systems (AES) program. Under the ARREM project, testing of sub-scale and full-scale systems has been combined with multiphysics computer simulations for evaluation and optimization of subsystem approaches. In particular, this paper describes the testing and modeling of the water desiccant subsystem of the carbon dioxide removal assembly (CDRA). The goal is a full system predictive model of CDRA to guide system optimization and development.

Description: General overview presentation of the four year campaign of the NASA Habitat Demonstration Unit used for analog testing of deep space missions.

Description: No abstract available

Description: Current International Space Station water recovery regimes produce a sizable portion of waste water brine. This brine is highly toxic and water recovery is poor: a highly wasteful proposition. With new biological techniques that do not require waste water chemical pretreatment, the resulting brine would be chromium-free and nitrate rich which can allow possible fertilizer recovery for future plant systems. Using a system of ion exchange resins we can remove hardness, sulfate, phosphate and nitrate from these brines to leave only sodium and potassium chloride. At this point modern chlor-alkali cells can be utilized to produce a low salt stream as well as an acid and base stream. The first stream can be used to gain higher water recovery through recycle to the water separation stage while the last two streams can be used to regenerate the ion exchange beds used here, as well as other ion exchange beds in the ISS. Conveniently these waste products from ion exchange regeneration would be suitable as plant fertilizer. In this report we go over the performance of state of the art resins designed for high selectivity of target ions under brine conditions. Using ersatz ISS waste water we can evaluate the performance of specific resins and calculate mass balances to determine resin effectiveness and process viability. If this system is feasible then we will be one step closer to closed loop environmental control and life support systems (ECLSS) for current or future applications.

Description: The success of long-duration missions will depend on resource recovery and the self-sustainability of life support technologies. Current technologies used on the International Space Station (ISS) utilize chemical and mechanical processes, such as filtration, to recover potable water from urine produced by crewmembers. Such technologies have significantly reduced the need for water resupply through closed-loop resource recovery and recycling. Harvesting the important components of urine requires selectivity, whether through the use of membranes or other physical barriers, or by chemical or biological processes. Given the chemical composition of urine, the downstream benefits of urine processing for resource recovery will be critical for many aspects of life support, such as food production and the synthesis of biofuels. This paper discusses the beneficial components of urine and their potential applications, and the challenges associated with using urine for nutrient recycling for space application.

Description: A human-in-the-loop experiment was conducted at the NASA Ames Research Center Vertical Motion Simulator, where instrument-rated pilots completed a simulated terminal descent phase of a lunar landing. Ten pilots participated in a 2 x 2 mixed design experiment, with level of automation as the within-subjects factor and failure frequency as the between subjects factor. The two evaluated levels of automation were high (fully automated landing) and low (manual controlled landing). During test trials, participants were exposed to either a high number of failures (75% failure frequency) or low number of failures (25% failure frequency). In order to investigate the pilots' sensitivity to changes in levels of automation and failure frequency, the dependent measure selected for this experiment was accuracy of failure diagnosis, from which D Prime and Decision Criterion were derived. For each of the dependent measures, no significant difference was found for level of automation and no significant interaction was detected between level of automation and failure frequency. A significant effect was identified for failure frequency suggesting failure frequency has a significant effect on pilots' sensitivity to failure detection and diagnosis. Participants were more likely to correctly identify and diagnose failures if they experienced the higher levels of failures, regardless of level of automation

Description: No abstract available

Description: Long-duration surface missions to the Moon or Mars will require life support systems that maximize resource recovery to minimize resupply from Earth. To address this need, NASA previously proposed a Series-Bosch (S-Bosch) oxygen recovery system, based on the Bosch process, which can theoretically recover 100% of the oxygen from metabolic carbon dioxide. Bosch processes have the added benefits of the potential to recover oxygen from atmospheric carbon dioxide and the use of regolith materials as catalysts, thereby eliminating the need for catalyst resupply from Earth. In 2012, NASA completed an initial design for an S-Bosch development test stand that incorporates two catalytic reactors in series including a Reverse Water-Gas Shift (RWGS) Reactor and a Carbon Formation Reactor (CFR). In 2013, fabrication of system components, with the exception of a CFR, and assembly of the test stand was initiated. Stand-alone testing of the RWGS reactor was completed to compare performance with design models. Continued testing of Lunar and Martian regolith simulants provided sufficient data to design a CFR intended to utilize these materials as catalysts. Finally, a study was conducted to explore the possibility of producing bricks from spent regolith catalysts. The results of initial demonstration testing of the RWGS reactor, results of continued catalyst performance testing of regolith simulants, and results of brick material properties testing are reported. Additionally, design considerations for a regolith-based CFR are discussed.

Description: Since activation of the Water Processor Assembly (WPA) on the International Space Station (ISS) in November of 2008, there have been three events in which the TOC (Total Organic Carbon) in the product water has increased to approximately 3 mg/L and has subsequently recovered. Analysis of the product water in 2010 identified the primary component of the TOC as dimethylsilanediol (DMSD). An investigation into the fate of DMSD in the WPA ultimately determined that replacement of both Multifiltration (MF) Beds is the solution to recovering product water quality. The MF Beds were designed to ensure that ionic breakthrough occurs before organic breakthrough. However, DMSD saturated both MF Beds in the series, requiring removal and replacement of both MF Beds with significant life remaining. Analysis of the MF Beds determined that the adsorbent was not effectively removing DMSD, trimethylsilanol, various polydimethylsiloxanes, or dimethylsulfone. Coupled with the fact that the current adsorbent is now obsolete, the authors evaluated various media to identify a replacement adsorbent as well as media with greater capacity for these problematic organic contaminants. This paper provides the results and recommendations of this collaborative study.

Description: No abstract available

Description: Wearable technology has the potential to revolutionize the way humans interact with one another, with information, and with the electronic systems that surround them. This change can already be seen in the dramatic increase in the availability and use of wearable health and activity monitors. These devices continuously monitor the wearer using on-body sensors and wireless communication. They provide feedback that can be used to improve physical health and performance. Smart watches and head mounted displays are also receiving a great deal of commercial attention, providing immediate access to information via graphical displays, as well as additional sensing features. For the purposes of the Wearable Technology CLUSTER, wearable technology is broadly defined as any electronic sensing, human interfaces, computing, or communication that is mounted on the body. Current commercially available wearable devices primarily house electronics in rigid packaging to provide protection from flexing, moisture, and other contaminants. NASA mentors are interested in this approach, but are also interested in direct integration of electronics into clothing to enable more comfortable systems. For human spaceflight, wearable technology holds a great deal of promise for significantly improving safety, efficiency, autonomy, and research capacity for the crew in space and support personnel on the ground. Specific capabilities of interest include: Continuous biomedical monitoring for research and detection of health problems. Environmental monitoring for individual exposure assessments and alarms. Activity monitoring for responsive robotics and environments. Multi-modal caution and warning using tactile, auditory, and visual alarms. Wireless, hands-free, on-demand voice communication. Mobile, on-demand access to space vehicle and robotic displays and controls. Many technical challenges must be overcome to realize these wearable technology applications. For example, to make a wearable device that is both functional and comfortable for long duration wear, developers must strive to reduce electronic mass and volume while also addressing constraints imposed by the body attachment method. Depending on the application, the device must be placed in a location that the user can see and reach, and that provides the appropriate access to air and the wearer's skin. Limited power is available from body-worn batteries and heat must be managed to prevent discomfort. If the clothing is to be washed, there are additional durability and washability hurdles that traditional electronics are not designed to address. Finally, each specific capability has unique technical challenges that will likely require unique solutions. In addition to the technical challenges, development of wearable devices is made more difficult by the diversity of skills required and the historic lack of collaboration across domains. Wearable technology development requires expertise in textiles engineering, apparel design, software and computer engineering, electronic design and manufacturing, human factors engineering, and application-specific fields such as acoustics, medical devices, and sensing. Knowledge from each of these domains must be integrated to create functional and comfortable devices. For this reason, the diversity of knowledge and experience represented in the Wearable Technology is critical to overcoming the fundamental challenges in the field.

Description: No abstract available

Description: The Advanced Exploration Systems (AES) Program's Atmosphere Resource Recovery and Environmental Monitoring (ARREM) Project have been developing atmosphere revitalization and environmental monitoring subsystem architectures suitable for enabling sustained crewed exploration missions beyond low Earth orbit (LEO). Using the International Space Station state-of-the-art (SOA) as the technical basis, the ARREM Project has contributed to technical advances that improve affordability, reliability, and functional efficiency while reducing dependence on a ground-based logistics resupply model. Functional demonstrations have merged new process technologies and concepts with existing ISS developmental hardware and operate them in a controlled environment simulating various crew metabolic loads. The ARREM Project's strengths include access to a full complement of existing developmental hardware that perform all the core atmosphere revitalization functions, unique testing facilities to evaluate subsystem performance, and a coordinated partnering effort among six NASA field centers and industry partners to provide the innovative expertise necessary to succeed. A project overview is provided and the project management strategies that have enabled a multidiscipinary engineering team to work efficiently across project, NASA field center, and industry boundaries to achieve the project's technical goals are discussed. Lessons learned and best practices relating to the project are presented and discussed.

Description: A hardware system's failure rate often increases over time due to wear and aging, but not always. Some systems instead show reliability growth, a decreasing failure rate with time, due to effective failure analysis and remedial hardware upgrades. Reliability grows when failure causes are removed by improved design. A mathematical reliability growth model allows the reliability growth rate to be computed from the failure data. The space shuttle was extensively maintained, refurbished, and upgraded after each flight and it experienced significant reliability growth during its operational life. In contrast, the International Space Station (ISS) is much more difficult to maintain and upgrade and its failure rate has been constant over time. The ISS Carbon Dioxide Removal Assembly (CDRA) reliability has slightly decreased. Failures on ISS and with the ISS CDRA continue to be a challenge.

Description: Current International Space Station water recovery regimes produce a sizable portion of waste water brine. This brine is highly toxic and water recovery is poor: a highly wasteful proposition. With new biological techniques that do not require waste water chemical pretreatment, the resulting brine would be chromium-free and nitrate rich which can allow possible fertilizer recovery for future plant systems. Using a system of ion exchange resins we can remove hardness, sulfate, phosphate and nitrate from these brines to leave only sodium and potassium chloride. At this point modern chlor-alkali cells can be utilized to produce a low salt stream as well as an acid and base stream. The first stream can be used to gain higher water recovery through recycle to the water separation stage while the last two streams can be used to regenerate the ion exchange beds used here, as well as other ion exchange beds in the ISS. Conveniently these waste products from ion exchange regeneration would be suitable as plant fertilizer. In this report we go over the performance of state of the art resins designed for high selectivity of target ions under brine conditions. Using ersatz ISS waste water we can evaluate the performance of specific resins and calculate mass balances to determine resin effectiveness and process viability. If this system is feasible then we will be one step closer to closed loop environmental control and life support systems (ECLSS) for current or future applications.

Description: Real-time environmental monitoring on ISS is necessary to provide data in a timely fashion and to help ensure astronaut health. Current real-time water TOC monitoring provides high-quality trending information, but compound-specific data is needed. The combination of ETV with the AQM showed that compounds of interest could be liberated from water and analyzed in the same manner as air sampling. Calibration of the AQM using water samples allowed for the quantitative analysis of ISS archival samples. Some calibration issues remain, but the excellent accuracy of DMSD indicates that ETV holds promise for as a sample introduction method for water analysis in spaceflight.

Description: No abstract available

Description: NASA is moving forward with prioritized technology investments that will support NASA's exploration and science missions, while benefiting other Government agencies and the U.S. aerospace enterprise. center dotThe plan provides the guidance for NASA's space technology investments during the next four years, within the context of a 20-year horizon center dotThis plan will help ensure that NASA develops technologies that enable its 4 goals to: 1.Sustain and extend human activities in space, 2.Explore the structure, origin, and evolution of the solar system, and search for life past and present, 3.Expand our understanding of the Earth and the universe and have a direct and measurable impact on how we work and live, and 4.Energize domestic space enterprise and extend benefits of space for the Nation.

Description: Since NASA's new spacecraft in development for both LEO and Deep Space capability have considerable crew volume reduction in comparison to the Space Shuttle, the need became apparent for a smaller commode. In response the Universal Waste Management System (UWMS) was designed, resulting in an 80% volume reduction from the last US commode, while enhancing performance. The ISS WMS and previous shuttle commodes have a fan supplying air flow to capture feces and a separator to capture urine and separate air from the captured air/urine mixture. The UWMS combined both rotating equipment components into a single unit, referred to at the Dual Fan Separator (DFS). The combination of these components resulted in considerable packaging efficiency and weight reduction, removing inter-component plumbing, individual mounting configurations and required only a single motor and motor controller, in some of the intended UWMS platform applications the urine is pumped to the ISS Urine Processor Assembly (UPA) system. It requires the DFS to include less than 2.00% air inclusion, by volume, in the delivered urine. The rotational speed needs to be kept as low as possible in centrifugal urine separators to reduce air inclusion in the pumped fluid, while fans depend on rotational speed to develop delivered head. To satisfy these conflicting requirements, a gear reducer was included, allowing the fans to rotate at a much higher speed than the separator. This paper outlines the studies and analysis performed to develop the DFS configuration. The studies included a configuration trade study, dynamic stability analysis of the rotating bodies and a performance analysis of included labyrinth seals. NASA is considering a program to fly the UWMS aboard the ISS as a flight experiment. The goal of this activity is to advance the Technical Readiness Level (TRL) of the DFS and determine if the concept is ready to be included as part of the flight experiment deliverable.

Description: Water loop maintenance components to maintain the water quality of the Advanced Spacesuit Water Membrane Evaporation (SWME) water recirculation loop have undergone a comparative performance evaluation with a recirculating control loop which had no water quality maintenance. Results show that periodic water maintenance can improve performance of the SWME. The SWME is a heat rejection device under development at the NASA Johnson Space Center to perform thermal control for advanced spacesuits. One advantage of this technology is the potential for a significantly greater degree of tolerance to contamination when compared to the existing sublimator technology. The driver for the evaluation of water recirculation maintenance components was to enhance the robustness of the SWME through the leveraging of fluid loop management lessons learned from the International Space Station (ISS). A patented bed design that was developed for a United Technologies Aerospace System military application provided a low pressure drop means for water maintenance in the SWME recirculation loop. The bed design is coupled with high capacity ion exchange resins, organic adsorbents, and a cyclic methodology developed for the Extravehicular Mobility Unit (EMU) Transport Water loop. The maintenance cycle included the use of a biocide delivery component developed for the ISS to introduce a biocide in a microgravity compatible manner for the Internal Active Thermal Control System (IATCS). The leveraging of these water maintenance technologies to the SWME recirculation loop is a unique demonstration of applying the valuable lessons learned on the ISS to the next generation of manned spaceflight Environmental Control and Life Support System (ECLSS) hardware.

Description: Requirements for using a space suit during ground testing include providing adequate carbon dioxide (CO2) washout for the suited subject. Acute CO2 exposure can lead to symptoms including headache, dyspnea, lethargy, and eventually unconsciousness or even death. Symptoms depend on several factors including inspired partial pressure of CO2 (ppCO2), duration of exposure, metabolic rate of the subject, and physiological differences between subjects. Computational Fluid Dynamics (CFD) analysis has predicted that the configuration of the suit inlet vent has a significant effect on oronasal CO2 concentrations. The main objective of this test was to characterize inspired oronasal ppCO2 for a variety of inlet vent configurations in the Mark-III suit across a range of workload and flow rates. Data and trends observed during testing along with refined CFD models will be used to help design an inlet vent configuration for the Z-2 space suit. The testing methodology used in this test builds upon past CO2 washout testing performed on the Z-1 suit, Rear Entry I-Suit, and the Enhanced Mobility Advanced Crew Escape Suit. Three subjects performed two test sessions each in the Mark-III suit to allow for comparison between tests. Six different helmet inlet vent configurations were evaluated during each test session. Suit pressure was maintained at 4.3 psid. Suited test subjects walked on a treadmill to generate metabolic workloads of approximately 2000 and 3000 BTU/hr. Supply airflow rates of 6 and 4 actual cubic feet per minute were tested at each workload. Subjects wore an oronasal mask with an open port in front of the mouth and were allowed to breathe freely. Oronasal ppCO2 was monitored real-time via gas analyzers with sampling tubes connected to the oronasal mask. Metabolic rate was calculated from the CO2 production measured by an additional gas analyzer at the air outlet from the suit. Real-time metabolic rate measurements were used to adjust the treadmill workload to meet target metabolic rates. This paper provides detailed descriptions of the test hardware, methodology and results, as well as implications for future inlet vent designs and ground testing.

Description: The Amine Swingbed is an amine-based, vacuum-regenerated adsorption technology for removing carbon dioxide and humidity from a habitable spacecraft environment, and is the baseline technology for the Orion Programs Multi-Purpose Crew Vehicle (MPCV). It uses a pair of interleaved-layer beds filled with SA9T, the amine sorbent, and a linear multiball valve rotates 270 back and forth to control the flow of air and vacuum to adsorbing and desorbing beds. One bed adsorbs CO2 and H2O from cabin air while the other bed is exposed to vacuum for regeneration by venting the CO2 and H2O. The two beds are thermally linked, so no additional heating or cooling is required. The technology can be applied to habitable environments where recycling CO2 and H2O is not required such as short duration missions.

Description: Further closure of water recovery systems will be necessary for future long duration human exploration missions. NASA's Space Technology Roadmap for Human Health, Life Support and Habitation Systems specified a milestone to advance water management technologies during the 2015 to 2019 timeframe to achieve 98% H2O recovery from a mixed wastewater stream containing condensate, urine, hygiene, laundry, and water derived from waste. This goal can only be achieved by either reducing the amount of brines produced by a water recovery system or by recovering water from wastewater brines. NASA convened a Technical Interchange Meeting (TIM) on the topic of Water Recovery from Brines (WRB) that was held on January14-15th, 2014 at Johnson Space Center. Objectives of the TIM were to review systems and architectures that are sources of brines and the composition of brines they produce, review the state of the art in NASA technology development and perspectives from other industries, capture the challenges and difficulties in developing brine processing hardware, identify key figures of merit and requirements to focus technology development and evaluate candidate technologies, and identify other critical issues including microgravity sensitivity, and concepts of operation, safety. This paper represents an initial summary of findings from the workshop.

Description: The use of an Intra-Vehicular Activity (IVA) suit for a spacewalk or Extra-Vehicular Activity (EVA) was evaluated for mobility and usability in the Neutral Buoyancy Lab (NBL) environment. The Space Shuttle Advanced Crew Escape Suit (ACES) has been modified (MACES) to integrate with the Orion spacecraft. The first several missions of the Orion MPCV spacecraft will not have mass available to carry an EVA specific suit so any EVA required will have to be performed by the MACES. Since the MACES was not designed with EVA in mind, it was unknown what mobility the suit would be able to provide for an EVA or if a person could perform useful tasks for an extended time inside the pressurized suit. The suit was evaluated in multiple NBL runs by a variety of subjects including crewmembers with significant EVA experience. Various functional mobility tasks performed included: translation, body positioning, carrying tools, body stabilization, equipment handling, and use of tools. Hardware configurations included with and without TMG, suit with IVA gloves and suit with EVA gloves. Most tasks were completed on ISS mockups with existing EVA tools. Some limited tasks were completed with prototype tools on a simulated rocky surface. Major findings include: demonstration of the ability to weigh-out the suit, understanding the need to have subjects perform multiple runs prior to getting feedback, determination of critical sizing factors, and need for adjustment of suit work envelop. The early testing has demonstrated the feasibility of EVA's limited duration and limited scope. Further testing is required with more flight like tasking and constraints to validate these early results. If the suit is used for EVA, it will require mission specific modifications for umbilical management or PLSS integration, safety tether attachment, and tool interfaces. These evaluations are continuing through calendar year 2014.

Description: No known system is in place to allow NASA technical data interoperability throughout the whole life cycle. Life Cycle Cost (LCC) will be higher on many developing programs if action isn't taken soon to join disparate systems efficiently. Disparate technical data also increases safety risks from poorly integrated elements. NASA requires interoperability and industry standards, but breaking legacy ways is a challenge.

Description: Water management on ISS is responsible for the provision of water to the crew for drinking water, food preparation, and hygiene, to the Oxygen Generation System (OGS) for oxygen production via electrolysis, to the Waste & Hygiene Compartment (WHC) for flush water, and for experiments on ISS. This paper summarizes water management activities on the ISS US Segment, and provides a status of the performance and issues related to the operation of the Water Processor Assembly (WPA) and Urine Processor Assembly (UPA). This paper summarizes the on-orbit status as of June 2013, and describes the technical challenges encountered and lessons learned over the past year.

Description: Life support systems for manned spacecraft must provide breathable air and drinkable water for the astronauts. Through the Atmosphere Revitalization Recovery and Environmental Monitoring (ARREM) project, engineers at NASA are developing atmosphere control devices for the safety of the onboard crew. The atmosphere in a manned spacecraft needs to be regularly revitalized in order to ensure the safety of the astronauts and the success of the space mission. For missions lasting a few months, this means air is continuously dehumidified, water collected for re-use, and carbon dioxide (CO2) ejected. One component of the onboard atmosphere control system is a water-saving device that Jim Knox, aerospace engineer at NASA, is optimizing through the Atmosphere Revitalization Recovery and Environmental Monitoring (ARREM) project. He is leading a team at the Marshall Space Flight Center (Huntsville, Alabama) that is aiming to make the assembly more cost-effective and efficient by reducing its power usage and maximizing the water saved; their goal is to save 80-90% of the water in the air. They hope to offer flight system developers at NASA an integrated approach to atmosphere revitalization and water collection that will ultimately increase the time and distance space missions can travel.

Description: No abstract available

Description: The objectives of this presentation are to: Define Extravehicular Activity (EVA), identify the reasons for conducting an EVA, and review the role that EVA has played in the space program; Identify the types of EVAs that may be performed; Describe some of the U.S. Space Station equipment and tools that are used during an EVA, such as the Extravehicular Mobility Unit (EMU), the Simplified Aid For EVA Rescue (SAFER), the International Space Station (ISS) Joint Airlock and Russian Docking Compartment 1 (DC-1), and EVA Tools & Equipment; Outline the methods and procedures of EVA Preparation, EVA, and Post-EVA operations; Describe the Russian spacesuit used to perform an EVA; Provide a comparison between U.S. and Russian spacesuit hardware and EVA support; and Define the roles that different training facilities play in EVA training.

Description: Develop prototype graphene-based reversible energy storage devices that are flexible, thin, lightweight, durable, and that can be easily attached to spacesuits, rovers, landers, and equipment used in space.

Description: Use of a phase change permeation membrane (Dutyion [Trademark]) to passively and selectively mobilize water in microgravity to enable improved water recovery from urine/brine for Environment Control and Life Support Systems (ECLSS) and water delivery to plans for potential use in microgravity.

Description: Wastewater processing systems for space generate residual brine that contains water and salts that could be recovered to life support consumables. The project assessed the use of ion-exchange resins to selectively remove salts from wastewater treatment brines. The resins were then regenerated for additional use. The intention would be to generate a Na/K and CI rich or purified brine that would then be processed into high value chemicals, such as acids, bases, and/or bleach.

Description: A main goal in the field of In Situ Resource Utilization is to develop technologies that produce oxygen from regolith to provide consumables to an extratrrestrial outpost. The processes developed reduce metal oxides in the regolith to produce water, which is then electrolyzed to produce oxygen. Hydrochloric and hydrofluoric acids are byproducts of the reduction processes, which must be removed to meet electrolysis purity standards. We previously characterized Nation, a highly water selective polymeric proton-exchange membrane, as a filtrtion material to recover pure water from the contaminated solution. While the membranes successfully removed both acid contaminants, the removal efficiency of and water flow rate through the membranes were not sufficient to produce large volumes of electrolysis-grade water. In the present study, we investigated electrodialysis as a potential acid removable technique. Our studies have show a rapid and significant reduction in chloride and fluoride concentrations in the feed solution, while generating a relatively small volume of concentrated waste water. Electrodialysis has shown significant promise as the primary separation technique in ISRU water purification processes.

Description: Investigate and develop viable approaches to render the normally UV-activated TIO2 catalyst visible light responsive (VLR) and achieve high and sustaining catalytic activity under the visible region of the solar spectrum.

Description: Several medical conditions require the administration of intravenous (IV) fluids,but limitations of mass, volume, shelf-life, transportation, and local resources can restrict the availability of these important fluids. Such limitations are expected in long-duration space exploration missions and in remote or austere places on Earth. This design uses regular drinking water that is pumped through two filters to produce, in minutes, sterile, ultrapure water that meets the stringent quality standards of the United States Pharmacopeia for Water for Injection (Total Bacteria, Conductivity, Endo - toxins, Total Organic Carbon). The device weighs 2.2 lb (1 kg) and is 10 in. long, 5 in. wide, and 3 in. high (25, 13, and 7.5 cm, respectively) in its storage configuration. This handheld device produces one liter of medical-grade water in 21 minutes. Total production capacity for this innovation is expected to be in the hundreds of liters. The device contains one battery powered electric mini-pump. Alternatively, a manually powered pump can be attached and used. Drinking water enters the device from a source water bag, flows through two filters, and final sterile production water exits into a sealed, medical-grade collection bag. The collection bag contains pre-placed crystalline salts to mix with product water to form isotonic intravenous medical solutions. Alternatively, a hypertonic salt solution can be injected into a filled bag. The filled collection bag is detached from the device and is ready for use or storage. This device currently contains one collection bag, but a manifold of several pre-attached bags or replacement of single collection bags under sterile needle technique is possible for the production of multiple liters. The entire system will be flushed, sealed, and radiation-sterilized. Operation of the device is easy and requires minimal training. Drinking water is placed into the collection bag. Inline stopcock flow valves at the source and collection bags are opened, and the mini-pump is turned on by a switch to begin fluid flow. When the collection bag is completely filled with the medical- grade water, the pump can be turned off. The pump is designed so it cannot pump air, and overfilling of the collection bag with fluid is avoided by placing an equal amount of water in the source bag. Backflow is avoided by inline check valves. The filled collection bag is disconnected from its tubing and is ready for use. The source bag can be refilled for production of multiple liters, or the source bag can be replaced with an input tube that can be placed in a larger potable water source if the device is attended. The device functions in all orientations independent of any gravity fields. In addition to creating IV fluids, the device produces medical-grade water, which can be used for mixing with medications for injection, reconstituting freeze-dried blood products for injection, or for wound hydration or irrigation. Potential worldwide use is expected with medical activities in environments that have limited resources, storage, or resupply such as in military field operations, humanitarian relief efforts, submarines, commercial cruise ships, etc.

Description: This project provides development and qualification of Smart Sensors capable of self-diagnosis and assessment of their capability/readiness to support operations. These sensors will provide pressure and temperature measurements to use in ground systems.

Description: Based on these limited data, air quality was nominal on ISS for this period, and potable water remains acceptable for crew consumption.

Description: Sea Test II, aka NASA Extreme Environment Mission Operations 17(NEEMO 17) took place in the Florida Aquarius undersea habitat. This confined underwater environment provides a excellent analog for space habitation providing similarities to space habitation such as hostile environment, difficult logistics, autonomous operations, and remote communications. This study collected subjective feedback on the usability of two performance support tools during the Sea Test II mission, Sept 1014, 2013; Google Glass and iPAD. The two main objectives: - Assess the overall functionality and usability of each performance support tool in a mission analog environment. - Assess the advantages and disadvantages of each tool when performing operational procedures and JustInTimeTraining (JITT).

Description: NASA's next generation spacesuits are the Z-Series suits, made for a range of possible exploration missions in the near future. The prototype Z-1 suit has been developed and assembled to incorporate new technologies that has never been utilized before in the Apollo suits and the Extravehicular Mobility Unit (EMU). NASA engineers tested the Z-1 suit extensively in order to developed design requirements for the new Z-2 suit. At the end of 2014, NASA will be receiving the new Z-2 suit to perform more testing and to further develop the new technologies of the suit. In order to do so, a suit support stand will be designed and fabricated to support the Z-2 suit during maintenance, sizing, and structural leakage testing. The Z-2 Suit Support Stand (Z2SSS) will be utilized for these purposes in the early testing stages of the Z-2 suit.

Description: No abstract available

Description: NASA is currently designing a new space suit capable of working in deep space and on Mars. Designing a suit is very difficult and often requires tradeoffs between performance, cost, mass, and system complexity. To verify that new suits will enable astronauts to perform to their maximum capacity, prototype suits must be built and tested with human subjects. However, engineers and flight surgeons often have difficulty understanding and applying traditional representations of human data without training. To overcome these challenges, NASA is developing modern simulation and analysis techniques that focus on 3D visualization. Early understanding of actual performance early on in the design cycle is extremely advantageous to increase performance capabilities, reduce the risk of injury, and reduce costs. The primary objective of this project was to test modern simulation and analysis techniques for evaluating the performance of a human operating in extravehicular space suits.

Description: Introduction: Designing a planetary suit is very complex and often requires difficult tradeoffs between performance, cost, mass, and system complexity. To verify that new suit designs meet requirements, full prototypes must be built and tested with human subjects. However, numerous design iterations will occur before the hardware meets those requirements. Traditional drawprototypetest paradigms for research and development are prohibitively expensive with today's shrinking Government budgets. Personnel at NASA are developing modern simulation techniques that focus on a humancentric design paradigm. These new techniques make use of virtual prototype simulations and fully adjustable physical prototypes of suit hardware. This is extremely advantageous and enables comprehensive design downselections to be made early in the design process. Objectives: The primary objective was to test modern simulation techniques for evaluating the human performance component of two EMU suit concepts, pivoted and planar style hard upper torso (HUT). Methods: This project simulated variations in EVA suit shoulder joint design and subject anthropometry and then measured the differences in shoulder mobility caused by the modifications. These estimations were compared to humanintheloop test data gathered during past suited testing using four subjects (two large males, two small females). Results: Results demonstrated that EVA suit modeling and simulation are feasible design tools for evaluating and optimizing suit design based on simulated performance. The suit simulation model was found to be advantageous in its ability to visually represent complex motions and volumetric reach zones in three dimensions, giving designers a faster and deeper comprehension of suit component performance vs. human performance. Suit models were able to discern differing movement capabilities between EMU HUT configurations, generic suit fit concerns, and specific suit fit concerns for crewmembers based on individual anthropometry

Description: NASA spacecraft design requirements for occupant protection are a combination of the Brinkley criteria and injury metrics extracted from anthropomorphic test devices (ATD's). For the ATD injury metrics, the requirements specify the use of the 5th percentile female Hybrid III and the 95th percentile male Hybrid III. Furthermore, each of these ATD's is required to be fitted with an articulating pelvis and a straight spine. The articulating pelvis is necessary for the ATD to fit into spacecraft seats, while the straight spine is required as injury metrics for vertical accelerations are better defined for this configuration. The requirements require that physical testing be performed with both ATD's to demonstrate compliance. Before compliance testing can be conducted, extensive modeling and simulation are required to determine appropriate test conditions, simulate conditions not feasible for testing, and assess design features to better ensure compliance testing is successful. While finite element (FE) models are currently available for many of the physical ATD's, currently there are no complete models for either the 5th percentile female or the 95th percentile male Hybrid III with a straight spine and articulating pelvis. The purpose of this work is to assess the accuracy of the existing Livermore Software Technology Corporation's FE models of the 5th and 95th percentile ATD's. To perform this assessment, a series of tests will be performed at Wright Patterson Air Force Research Lab using their horizontal impact accelerator sled test facility. The ATD's will be placed in the Orion seat with a modified-advanced-crew-escape-system (MACES) pressure suit and helmet, and driven with loadings similar to what is expected for the actual Orion vehicle during landing, launch abort, and chute deployment. Test data will be compared to analytical predictions and modelling uncertainty factors will be determined for each injury metric. Additionally, the test data will be used to further improve the FE model, particularly in the areas of the ATD neck components, harness, and suit and helmet effects.

Description: New technology is changing the way we do business at NASA. The ability to use these new tools is made possible by a learning culture able to embrace innovation, flexibility, and prudent risk tolerance, while retaining the hard-won lessons learned of other successes and failures. Technologies such as 3-D manufacturing and structured light scanning are re-shaping the entire product life cycle, from design and analysis, through production, verification, logistics and operations. New fabrication techniques, verification techniques, integrated analysis, and models that follow the hardware from initial concept through operation are reducing the cost and time of building space hardware. Using these technologies to be more efficient, reliable and affordable requires we bring them to a level safe for NASA systems, maintain appropriate rigor in testing and acceptance, and transition new technology. Maximizing these technologies also requires cultural acceptance and understanding and balancing rules with creativity. Evolved systems engineering processes at NASA are increasingly more flexible than they have been in the past, enabling the implementation of new techniques and approaches. This paper provides an overview of NASA Marshall Space Flight Center's new approach to development, as well as examples of how that approach has been incorporated into NASA's Space Launch System (SLS) Program, which counts among its key tenants - safety, affordability, and sustainability. One of the 3D technologies that will be discussed in this paper is the design and testing of various rocket engine components.

Description: Longduration surface missions to the Moon or Mars will require life support systems that maximize resource recovery to minimize resupply from Earth. To address this need, NASA previously proposed a SeriesBosch (SBosch) oxygen recovery system, based on the Bosch process, which can theoretically recover 100% of the oxygen from metabolic carbon dioxide. Bosch processes have the added benefits of the potential to recover oxygen from atmospheric carbon dioxide and the use of regolith materials as catalysts, thereby eliminating the need for catalyst resupply from Earth. In 2012, NASA completed an initial design for an SBosch development test stand that incorporates two catalytic reactors in series including a Reverse WaterGas Shift (RWGS) Reactor and a Carbon Formation Reactor (CFR). In 2013, fabrication of system components, with the exception of a CFR, and assembly of the test stand was initiated. Standalone testing of the RWGS reactor was completed to compare performance with design models. Continued testing of Lunar and Martian regolith simulants provided sufficient data to design a CFR intended to utilize these materials as catalysts. Finally, a study was conducted to explore the possibility of producing bricks from spend regolith catalysts. The results of initial demonstration testing of the RWGS reactor, results of continued catalyst performance testing of regolith simulants, and results of brick material properties testing are reported. Additionally, design considerations for a regolithbased CFR are discussed.

Description: Requirements for using a space suit during ground testing include providing adequate carbon dioxide (CO2) washout for the suited subject. Acute CO2 exposure can lead to symptoms including headache, dyspnea, lethargy and eventually unconsciousness or even death. Symptoms depend on several factors including inspired partial pressure of CO2 (ppCO2), duration of exposure, metabolic rate of the subject and physiological differences between subjects. Computational Fluid Dynamic (CFD) analysis has predicted that the configuration of the suit inlet vent has a significant effect on oronasal CO2 concentrations. The main objective of this test is to characterize inspired oronasal ppCO2 for a variety of inlet vent configurations in the Mark-III space suit across a range of workload and flow rates. As a secondary objective, results will be compared to the predicted CO2 concentrations and used to refine existing CFD models. These CFD models will then be used to help design an inlet vent configuration for the Z-2 space suit, which maximizes oronasal CO2 washout. This test has not been completed, but is planned for January 2014. The results of this test will be incorporated into this paper. The testing methodology used in this test builds upon past CO2 washout testing performed on the Z-1 suit, Rear Entry I-Suit (REI) and the Enhanced Mobility Advanced Crew Escape Suit (EM-ACES). Three subjects will be tested in the Mark-III space suit with each subject performing two test sessions to allow for comparison between tests. Six different helmet inlet vent configurations will be evaluated during each test session. Suit pressure will be maintained at 4.3 psid. Subjects will wear the suit while walking on a treadmill to generate metabolic workloads of approximately 2000 and 3000 BTU/hr. Supply airflow rates of 6 and 4 actual cubic feet per minute (ACFM) will be tested at each workload. Subjects will wear an oronasal mask with an open port in front of the mouth and will be allowed to breathe freely. Oronasal ppCO2 will be monitored real-time via gas analyzers with sampling tubes connected to the oronasal mask. Metabolic rate will be calculated from the total oxygen consumption and CO2 production measured by additional gas analyzers at the air outlet from the suit. Real-time metabolic rate measurements will be used to adjust the treadmill workload to meet target metabolic rates. This paper provides detailed descriptions of the test hardware, methodology and results, as well as implications for future inlet vent design and ground testing in the Mark-III.

Description: The Space Suit Assembly (SSA) Development Team at NASA Johnson Space Center has invested heavily in the advancement of rearentry planetary exploration suit design but largely deferred development of extravehicular activity (EVA) glove designs, and accepted the risk of using the current flight gloves, Phase VI, for unique mission scenarios outside the Space Shuttle and International Space Station (ISS) Program realm of experience. However, as design reference missions mature, the risks of using heritage hardware have highlighted the need for developing robust new glove technologies. To address the technology gap, the NASA GameChanging Technology group provided startup funding for the High Performance EVA Glove (HPEG) Project in the spring of 2012. The overarching goal of the HPEG Project is to develop a robust glove design that increases human performance during EVA and creates pathway for future implementation of emergent technologies, with specific aims of increasing pressurized mobility to 60% of barehanded capability, increasing the durability by 100%, and decreasing the potential of gloves to cause injury during use. The HPEG Project focused initial efforts on identifying potential new technologies and benchmarking the performance of current state of the art gloves to identify trends in design and fit leading to establish standards and metrics against which emerging technologies can be assessed at both the component and assembly levels. The first of the benchmarking tests evaluated the quantitative mobility performance and subjective fit of two sets of prototype EVA gloves developed ILC Dover and David Clark Company as compared to the Phase VI. Both companies were asked to design and fabricate gloves to the same set of NASA provided hand measurements (which corresponded to a single size of Phase Vi glove) and focus their efforts on improving mobility in the metacarpal phalangeal and carpometacarpal joints. Four test subjects representing the designto hand anthropometry completed range of motion, grip/pinch strength, dexterity, and fit evaluations for each glove design in pressurized conditions, with and without thermal micrometeoroid garments (TMG) installed. This paper provides a detailed description of hardware and test methodologies used and lessons learned.

Description: A simulation model has been developed to track water resources in an exploration vehicle using regenerative life support (RLS) systems. The model integrates the functions of all the vehicle components that affect the processing and recovery of water during simulated missions. The approach used in developing the model results in the RTM being a part of of a complete vehicle simulation that can be used in real time mission studies. Performance data for the variety of components in the RTM is focused on water processing and has been defined based on the most recent information available for the technology of the component. This paper will describe the process of defining the RLS system to be modeled and then the way the modeling environment was selected and how the model has been implemented. Results showing how the variety of RLS components exchange water are provided in a set of test cases.

Description: In our day to day lives, the availability of light, with which to see our environment, is often taken for granted. The designers of land based lighting systems use sunlight and artificial light as their toolset. The availability of power, quantity of light sources, and variety of design options are often unlimited. The accessibility of most land based lighting systems makes it easy for the architect and engineer to verify and validate their design ideas. Failures with an implementation, while sometimes costly, can easily be addressed by renovation. Consider now, an architectural facility orbiting in space, 260 miles above the surface of the earth. This human rated architectural facility, the International Space Station (ISS) must maintain operations every day, including life support and appropriate human comforts without fail. The facility must also handle logistics of regular shipments of cargo, including new passengers. The ISS requires accommodations necessary for human control of machine systems. Additionally, the ISS is a research facility and supports investigations performed inside and outside its livable volume. Finally, the facility must support remote operations and observations by ground controllers. All of these architectural needs require a functional, safe, and even an aesthetic lighting environment. At Johnson Space Center, our Habitability and Human Factors team assists our diverse customers with their lighting environment challenges, via physical test and computer based analysis. Because of the complexity of ISS operational environment, our team has learned and developed processes that help ISS operate safely. Because of the dynamic exterior lighting environment, uses computational modeling to predict the lighting environment. The ISS' orbit exposes it to a sunrise every 90 minutes, causing work surfaces to quickly change from direct sunlight to earthshine to total darkness. Proper planning of vehicle approaches, robotics operations, and crewed Extra Vehicular Activities are mandatory to ensure safety to the crew and all others involved. Innovation in testing techniques is important as well. The advent of Solid State Lighting technology and the lack of stable national and international standards for its implementation pose new challenges on how to design, test and verify individual light fixtures and the environment that uses them. The ISS will soon be replacing its internal fluorescent lighting system to a solid state LED system. The Solid State Lighting Assembly will be used not only for general lighting, but also as a medical countermeasure to control the circadian rhythm of the crew. The new light source has performance criteria very specific to its spectral fingerprint, creating new challenges that were originally not as significant during the original design of the ISS. This presentation will showcase findings and toolsets our team is using to assist in the planning of tasks, and design of operational lighting environments on the International Space Station.

Description: Work conducted on the International Space Station (ISS) requires the use of a significant quantity of containment bags to hold specimens, equipment, waste, and other material. The bags are in many shapes and sizes, and are typically manufactured from polyethylene materials. The amount of bags being used on ISS has grown to the point where fire safety has become a concern because of the flammability of polyethylene. Recently, a new resealable bag design has been developed that is manufactured from a specialized nonflammable material called Armorflex 301 that was designed specifically for this application. Besides being nonflammable, Armorflex 301 is also FDA compliant, clear, flexible, and damage tolerant. The bags can be made with closure mechanisms that resemble ZipLoc bags, or can be open top. Sample bags have been laboratory tested by NASA to verify materials properties, and evaluated by astronauts on the ISS in 2012. Flexloc bag manufacturing will commence in 2014 to support a transition away from polyethylene on ISS. In addition to resealable bags, other larger containment systems such as flexible gloveboxes, deployable clean rooms, and other devices manufactured from Armorflex 301 are being explored for use on ISS and in similar confined space locations where flammability is an issue. This paper will describe the development of the Armorflex 301 material, the Flexloc bag, and other containment systems being explored for use in confined areas

Description: NASA's next generation of exploration missions provide a unique challenge to designers of EVA life support equipment, especially in a fiscally-constrained environment. In order to take the next steps of manned space exploration, NASA is currently evaluating the use of the Modified ACES (MACES) suit in conjunction with the Advanced Portable Life Support System (PLSS) currently under development. This paper will detail the analysis and integration of the PLSS thermal and ventilation subsystems into the MACES pressure garment, design of prototype hardware, and hardware-in-the-loop testing during the spring 2014 timeframe. Prototype hardware was designed with a minimal impact philosophy in order to mitigate design constraints becoming levied on either the advanced PLSS or MACES subsystems. Among challenges faced by engineers were incorporation of life support thermal water systems into the pressure garment cavity, operational concept definition between vehicle/portable life support system hardware, and structural attachment mechanisms while still enabling maximum EVA efficiency from a crew member's perspective. Analysis was completed in late summer 2013 to 'bound' hardware development, with iterative analysis cycles throughout the hardware development process. The design effort will cumulate in the first ever manned integration of NASA's advanced PLSS system with a pressure garment originally intended primarily for use in a contingency survival scenario.

Description: Development activities related to the Rapid Cycle Amine (RCA) Carbon Dioxide (CO2) and Humidity control system have progressed to the point of integrating the RCA into an advanced Primary Life Support System (PLSS 2.0) to evaluate the interaction of the RCA among other PLSS components in a ground test environment. The RCA 2.0 assembly (integrated into PLSS 2.0) consists of a valve assembly with commercial actuator motor, a sorbent canister, and a field-programmable gate array (FPGA)-based process node controller. Continued design and development activities for RCA 3.0 have been aimed at optimizing the canister size and incorporating greater fidelity in the valve actuator motor and valve position feedback design. Further, the RCA process node controller is envisioned to incorporate a higher degree of functionality to support a distributed PLSS control architecture. This paper will describe the progression of technology readiness levels of RCA 1.0, 2.0 and 3.0 along with a review of the design and manufacturing successes and challenges for 2.0 and 3.0 units. The anticipated interfaces and interactions with the PLSS 2.0/2.5/3.0 assemblies will also be discussed.

Description: One of NASA/Johnson Space Center's test articles of the amine-based carbon dioxide (CO2) and water vapor sorbent system known as the CO2 And Moisture Removal Amine Swing-bed, or CAMRAS, was incorporated into a payload on the International Space Station (ISS). The intent of the payload is to demonstrate the spacecraft-environment viability of the core atmosphere revitalization technology baselined for the new Orion vehicle. In addition to the air blower, vacuum connection, and controls needed to run the CAMRAS itself, the payload incorporates a suite of sensors for scientific data gathering, a water save function, and an air save function. The water save function minimizes the atmospheric water vapor reaching the CAMRAS unit, thereby reducing ISS water losses that are otherwise acceptable, and even desirable, in the Orion environment. The air save function captures about half of the ullage air that would normally be vented overboard every time the cabin air-adsorbing and space vacuum-desorbing CAMRAS beds swap functions. The JSC team conducted 1000 hours of on-orbit Amine Swingbed Payload testing in 2013. This paper presents the basics of the payload's design and history, as well as a summary of the test results, including comparisons with prelaunch testing.

Description: The conversion of carbon dioxide into higher value products is a key challenge for the development of closed-loop life support systems for human space flight. Much of the past research on bioregenerative life support systems has focused on plant growth chambers as a solution for CO2 removal and O2 generation, but photosynthetic microorganisms may also have a role to play in these functions. Cyanobacteria have the advantages of relatively high CO2 fixation rates and fairly well-developed molecular biology tools, allowing for genetic engineering approaches to strain improvement. Manned missions to Mars or other targets beyond low Earth orbit will require advances in the nutritional systems for life support on these longer duration missions. A key challenge will likely be supplementing pre-packaged meals with specific nutrients that will be deficient due to problems in long-term storage or low abundance. Vitamin K is one such nutrient that may be important as a supplement. Production of vitamin K for nutrient supplementation during spaceflight will likely require genetic engineering of microorganisms to increase vitamin titers. A microbial bioreactor system that could efficiently convert CO2 to nutritional supplements would be a valuable component for a future advanced life support system. We are exploring biological systems to determine the feasibility of using bioreactors to convert CO2 to higher-value products. We are examining the performance of photosynthetic bacteria engineered to produce sugars, determining rates of production and reliability. We are also engineering microbes to produce higher titers of vitamin K and other potentially important nutrients. The results of this research will offer demonstrations of potential technologies that could be developed further in the future. This work will also provide valuable information for understanding basic science questions about the use of genetically engineered microbes in the microgravity environment.

Description: The Brine Evaporation Bag (BEB) is a membrane-based bag system for the dewatering of brine. Previous studies showed the ability of the BEB to dewater brine at low temperatures with a 96 percent mass reduction. Additionally, a microgravity flight showed the BEB is microgravity compatible. Current work focuses on the effects of temperature, vacuum, purge gas flow rate, membrane area, and membrane permeability on the rate of dewatering within a vacuum oven configured to mimic the Heat Melt Compactor. Within this study, it was found that changing the temperature or level of vacuum would change the rate of dewatering. The purge gas, membrane area, and membrane permeability did not affect the dewater rate. The reason for this behavior may be that the dewatering is heat transfer limited, and out of all the parameters studied, only the temperature and vacuum have an effect on the heat transfer rate. The ISS (International Space Station) produces brine at a rate of 1.2 liters per day. This initial study showed that it is possible to remove water from a BEB at a rate of 1.6 liters per day in this breadboard configuration; even at moderate temperatures. Development of a dedicated BEB Evaporator will be discussed. In addition, it is further postulated that a specifically designed BEB Evaporator would result in an increased dewatering rate allowing for even lower operating temperatures or faster dewatering rates.

Description: Long-term spaceflight will require technology that is self-sustaining, while minimizing volume and mass. Bioelectrochemical systems (BES) have the ability to recover valuable resources, process waste, and generate a small amount of electrical current, via microorganisms, while satisfying the above criteria. We are currently working on small scale BES reactors that will generate electricity from the breakdown of urine and utilize the electrical current to catalyze synthesis of products including water and methane.

Description: No abstract available

Description: The utilization of CO2 to produce life support consumables, such as O2 and H2O, via the Sabatier reaction is an important aspect of NASA's cabin Atmosphere Revitalization System (ARS) and In-Situ Resource Utilization (ISRU) architectures for both low-earth orbit and long-term manned space missions. Carbon dioxide can be reacted with H2, obtained from the electrolysis of water, via Sabatier reaction to produce methane and H2O. Methane can be stored and utilized as propellant while H2O can be either stored or electrolyzed to produce oxygen and regain the hydrogen atoms. Depending on the application, O2 can be used to replenish the atmosphere in human-crewed missions or as an oxidant for robotic and return missions. Precision Combustion, Inc. (PCI), with support from NASA, has previously developed an efficient and compact Sabatier reactor based on its Microlith catalytic technology and demonstrated the capability to achieve high CO2 conversion and CH4 selectivity (i.e., 90% of the thermodynamic equilibrium values) at high space velocities and low operating temperatures. This was made possible through the use of high-heat-transfer and high-surface-area Microlith catalytic substrates. Using this Sabatier reactor, PCI designed, developed, and demonstrated a stand-alone CO2 Reduction Assembly (CRA) test system for ground demonstration and performance validation. The Sabatier reactor was integrated with the necessary balance-of-plant components and controls system, allowing an automated, single "push-button" start-up and shutdown. Additionally, the versatility of the test system prototype was demonstrated by operating it under H2-rich (H2/CO2 of 〉4), stoichiometric (ratio of 4), and CO2-rich conditions (ratio of 〈4) without affecting its performance and meeting the equilibrium-predicted water recovery rates. In this paper, the development of the CRA test system for ground demonstration will be discussed. Additionally, the performance results from testing the system at various operating conditions and the results from durability testing will be presented.

Description: The Variable Vector Countermeasure Suit (V2Suit) for Space Habitation and Exploration is a visionary system concept that will revolutionize space missions by providing a platform for integrating sensors and actuators with daily astronaut intravehicular activities to improve human health and performance. The V2Suit uses control moment gyroscopes (CMGs) within a miniaturized module placed on body segments to provide a viscous resistance during movements _ a countermeasure to the sensorimotor and musculoskeletal adaptation performance decrements that manifest themselves while living and working in microgravity and during gravitational transitions during long-duration spaceflight, including post-flight recovery and rehabilitation. Through an integrated design, system initialization, and control systems approach the V2Suit is capable of generating this viscous resistance along an arbitrarily specified direction of down. When movements are made, for example, parallel to that down direction a resistance is applied, and when the movement is perpendicular to that direction no resistance is applied. The V2Suit proposes to be a countermeasure to this spaceflight-related adaptation and de-conditioning and the unique sensorimotor characteristics associated with living and working in 0-G, which are critical for future long-duration space missions. This NIAC Phase II project leveraged the study results from Phase I and focused on detailing several aspects of the V2Suit concept, including a wearable CMG architecture, control steering laws, human-system integration evaluations, developing a brassboard prototype unit as a proof-of-concept, as well as evaluating the concept in the context of future space exploration missions. A human mission to Mars, such as that outlined in the Mars Design Reference Architecture 5.0, provides a framework for determining the concept of operations and requirements for the V2Suit system. Mars DRA 5.0 includes approximately 180 day 0-G transits to- and from- Mars, as well as a 500 day stay on the surface (~3/8-G) (Figure 3). Accordingly, there are four gravitational transitions associated with this mission: 1-G to 0-G (Earth launch), 0-G to 3/8-G (Mars landing), 3/8-G to 0-G (Mars launch), and 0-G to 1-G (Earth landing). This reference mission provided the basis for developing high-level operational requirements to guide the subsequent study and design of the key V2Suit components.

Description: Testing four new Environmental Control Unit Harnesses for improved user comfort during SCAPE operations. Phase I, testing in a lab environment, Phase II will continue testing the best candidates in a field environment.

Description: The Coiled Brine Recovery Assembly (CoBRA) project will result in a proof-of-concept demonstration for a lightweight, compact, affordable, regenerable and disposable solution to brine water recovery. The heart of CoBRA is an evaporator that produces water vapor from brine. This evaporator leverages a novel design that enables passive transport of brine from place to place within the system. While it will be necessary to build or modify a system for testing the CoBRA concept, the emphasis of this project will be on developing the evaporator itself. This project will utilize a test early, test often approach, building at least one trial evaporator to guide the design of the final product.

Description: The contingency scenario for an emergency cabin depressurization event may require crewmembers to subsist in a pressurized suit for up to 144 hours. This scenario requires the capability for safe nutrition delivery through a helmet feed port against a 4 psi pressure differential to enable crewmembers to maintain strength and cognition to perform critical tasks. Two nutritional delivery prototypes were developed and analyzed for compatibility with the helmet feed port interface and for operational effectiveness against the pressure differential. The bag-in-bag (BiB) prototype, designed to equalize the suit pressure with the beverage pouch and enable a crewmember to drink normally, delivered water successfully to three different subjects in suits pressurized to 4 psi. The Boa restrainer pouch, designed to provide mechanical leverage to overcome the pressure differential, did not operate sufficiently. Guidelines were developed and compiled for contingency beverages that provide macro-nutritional requirements, a minimum one-year shelf life, and compatibility with the delivery hardware. Evaluation results and food product parameters have the potential to be used to improve future prototype designs and develop complete nutritional beverages for contingency events. These feeding capabilities would have additional use on extended surface mission EVAs, where the current in-suit drinking device may be insufficient.

Description: Stennis Space Center was interested in using smart sensors to monitor components on test stands and avert equipment failures. Partnering with St. Paul, Minnesota-based Lion Precision through a Cooperative Agreement, the team developed a smart sensor and the associated communication protocols. The same sensor is now commercially available for manufacturing.