This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
References
Even als in de vorige aflevering, doe ik opmerken, dat de mededeelingen uit het verslag zooveel doenlijk en noodig tusschen aanhalingsteekens zullen worden geplaatst; woordelijk, wordt niet alles teruggegeven. De in de tekst aangehaalde bladzijden, zijn die van het nutsrapport.
Hoewel een vreemd woord, zal ik mij bij voorkeur daarvan bedienen, mdat het beter, dan eenig ander, uitdrukt, wat wordt bedoeld. Het heeft voor het onderwerp in behandeling, een zeker burgerrecht verkregen.
In dit zelfde tijdschrift, jaargang 1888, komt uit die brochure een zeer uitvoerig uittreksel voor van de hand van den heer J. K. W. Quarles van Ufford.
In mijne brochure heb ik deze vraag anders beantwoord dan ik hier doe; door wat, in het nutsrapport, omtrent feiten van ARBEIDERS-vereenigingen voorkomt, ben ik mede tot het bovenstaande gevoelen gekomen.
Eigen Haard te Leiden, waarover later, heeft evenmin den persoonlijke vorm; het verslag konde die vereeniging nog niet noemen.
In het eerste gedeelte op bl. 718, meldde ik, omtrent deze vereeniging, dat de zekerheidsvoorschriften, opgenomen in de statuten van de arbeidersvereeniging, ook moesten worden opgenomen in de acte van geldleening, als VOORWAARDEN waaronder het geld wordt geleend; en dat de statuten van E. H., zonder toestemming van de geldschietende vereeniging, konden worden gewijzigd. Wat dit laatste betreft, — heb ik mij vergist. De voorzitter van de geldschietende verceniging, professor mr. H. B. Greven, heeft mij daarop opmerkzaam gemaakt; de commissie van bijstand moet wijziging der statuten van E. H. goedkeuren. Tevens hoeft genoemde voorzitter de beleefd-heid gehad, mij te melden, dat het steeds de bedoeling is geweest, om de bedoelde voorschriften ook als VOORWAARDEN in de ACTE van geldleening op te nemen.
Gids 1874, opstel van mr. Quack.
Verein für social Politik 1873.
Zie ook mijne bovengenoemde brochure. Ik herinner er hier aan dat, die organisastie heirop neerkomt, dat eene VEREENIGING geld leent en niet particulieren; die grootere rechtszekerheid zal meer geld doen toevloeien.
Deze vereeniging, 30 Juni '91 in werking gekomen, is niet in het verslag kunnen worden opgenomen.
Ik bepaalde mij enkel tot mijn onderwerp, de bouwvereenigingen; het boven geschrevene geldt echter ook, voor al die, sedert 1838, opgerichte tallooze onderuemingen, die evenmin, waarop 't aankomt, HANDEL drijven: waterleiding-, telefoon-, kanaal-maatschappijen, in één woord alle niet eigenlijk commerciëele zoogenaamde naamlooze vennootschappen. Het meergenoemde weekblad dd. 8 Maart '90 No 5841 zegt: wij spraken niet eerder over bedoeld arrest dd. 7 Februari '89 omdat wij niet gaarne de alarmklok slaan en omdat wij meenden dat aan het Ministerie van Justitie dat arrest wel bekend zoude zijn. “Nu echter meer dan een jaar is voorbijgegaan, sedert het arrest van den Hoogen Raad; en, terwijl niets van eenige wettelijke voorziening in verband daarmede wordt vernomen, de Minister van Justitie blijft voortgaan zijne mede-onderteekening te verleenen aan door hem voorgedragen Koniuklijke besluiten die, volgens de beslissing van ons hoogste reehterlijk collegie, geen grond in de wet hebben, achtten wij ons verplicht het stilzwijgen af te breken om de bedenkelijke gevolgen van die beslissing in het licht te stellen.”
Zie, behalve de aaugehaalde Nos ook No 5839, 5840, 5860.
Deze woningen bestaän niet meer. Zij zijn door onteigening vervullen (bl. 155).
Vergelijkingen tusschen vereenigingen in VERSCHILLENDE plaatsen heeft nog minder waarde, wegens verschil in alles wat de prijzen betreft.
Additional information
Zutphen December '91
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Engelen, D.O. Over arbeiderswoningen, naar aanleiding van het nuts-verslag over dat onderwerp. De Economist 40, 802–837 (1891). https://doi.org/10.1007/BF02213275
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02213275