Skip to main content
Log in

Over arbeiderswoningen, naar aanleiding van het nuts-verslag over dat onderwerp

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Institutional subscriptions

References

  1. De redactie van de economist heeft mij, niet lang na het verschijnen verzooht dat verslag te bespreken in haar tijdschrift. Dat dit “betrekkelijk” zoo laat geschiedt, is een gevolg van tal van omstandigheden, ook van ambtelijken aard, en is niet de schuld der redactie.

  2. Zooveel doenlijk en noodig zullen de mededeelingen uit het verslag van aanhalingsteekens worden voorzien; woordelijk alles terug te geven, is niet wel mogelijk; de zinswendingen laten dat niet tce; ook zullen sommige tusschenzinnen worden weggelaten. De hoofdstrekking van het verslag hoop ik steeds getrouw medetedeelen.

  3. Bl. 91 van 't verslag.

  4. Mr. G. van Oosterwijk, beschouwingen over onderwerpen van staatsrecht.

  5. In enkele landen zijn het niet plaatselijke verordeningen maar lands-wetten die dit onderwerp beheerschen, Engeland en Frankrijk b. v.; in laatstgenoemd land heeft men eene wet van 1850. In ons land is, in 1854, in navolging van die fransche wet, een ontwerp ingediend door minister Wintgens die aangelegenheid betreffende; de 2 de Kamer heeft het afgestem (Helena Mercier, over arbeiders woningen bl. 110). In dat ontwerp werd aan de gemeentebesturen de bevoegdheid gegeven om tot ontruimen te dwingen. Sommigen zijn van cordeel dat er, bovendien, eene bepaalde regoling op het bewonen meet zijn, Wohnungsgesetzgebung of Wohnordnungen, met bepaald toezicht als bij fabrieken. Dit wordt voorgestaan door den vroegeren burgemeester van Frankfort Dr. Miquel en door den steller van een enquêteverslag over de woningen in Basel-Stad, welke enquête onlangs werd gehouden op last der Regeering (Hildebrand's Jahrbücher 1891 bl. 38) Op iets dergelijks schijnt het verslag te doelen, waar het (bl. 203) de mogelijkheid bespreekt dat de gemeenteraad, in het belang van de openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, verordeningen maakt om het status quo, van cene arbeiderswijk (cité) te bewaren, in den trant als dat te Guebwiller in den Elzas, voor de cité is geregeld Wat helpt het eigenlijk? indien eene verordening bepaalt dat elk vertrek moet worden gebouwd op een inhoud van zeker petal kubieke meters, wannueer de vertrekken, door twee gezimen bebewoond, toch overvuld geraken, en de gereglementeerde inhoud onvoldeende wordt, door het gebruik dat er na het bouwen van wordt gemaakt.

  6. Dezer dagen heeft de regeering een wetsontwerp tot onteigening ten behoeve van een postkantoor te Amsterdam, waarbij tevens, voor straten, huizen zouden worden onteigend die niet voor het genoemde werk noodig waren,—ingetrokken; eene onteigening par zône is niet toegelaten bij de thans bestaande onteigeningswet; doch zij deed tevens uitkomen dat zij van eene wijziging niet af keering is. Het wetsontwerp-van Houten (thans ingetrokken) ziet alleen op het vestigen van nieuwe buurten; misschien zoude het kunnen worden uitgebreid tot opruimen.

  7. Het is mij echter bekend dat bij roodvonk-epidemiën te Leeuwarden, voor duizenden guldens is onteigend geworden.

  8. Op den duitschen juristendag te Stettin, heeft prof. Brunner gezegd: “de hedendaagsche wetgever meet met een drup socialistische olie gezalfd zijn.” Dit beteekent: Men lette, bij het maken van wetten, voortaan meer dan vroeger, op de werking van de wetten; de regel: “fiat justitia et pereat mundus”. of wel: “vivent les principes et périsse le monde” mag niet meer gelden in dézen zin, dat het enkel te doen is om wetten te hebben met schoone juridische begrippen, zonder practische waarde voor de meuschen. Onnoodig hierbij te voegen, dat, als een wet er eenmaal is, die moet gelden en zij, zocals ze daar ligt, moet worden uitgevoerd,

  9. In den jaargang 1873 van dit tijschrift heb ik, naar aanleiding van een eisenacher congres van de katheder socialistische richting (thans Verein für social Politiek)”, het eigenaardig karakter van de woning en de gevolgen daarvan meer uitvoerig besproken. Ik herinner verder, voor ‘teerstegenoemde, aan het artikel van mr. Van Houten in het October-nummer van de Vragen des tijds. Te vermelden valt nog, dat de Kreuzzeitung in maart ll. een uitgewerkt artikel bracht over bouwgrond in en bij Berlijn; ook dit conservatief blad acht het verkeerd, grond als koopwaar te behandelen; het pleitte voor ingrijpen van de overheid om, door aankoopen van grond, de gevolgen te fnuiken van die handelwijze. Trouwens, in tal van steden van ons land, wordt reeds bouwterrein in massa aangeboden om het in perceelen te vorkoopen. Meestal gebeurt dat echter niet voor arbeiderswoningen, ook gebeurt het meestal om een regelmatige bebouwing in de hand te hebben.

  10. In het hierboven vermelde opstel heb ik ook over Staatshulp meer uitvoerig geschreven en tevens de zienswijze van anderen medegedeeld.

  11. De bedoeling der statuten is, dat de arb, vereen. niet alleen woningen kunnen koopon, maar ook dat deze woningen kunnen bouwen.

  12. Ter aanvulling nog het volgende. Te L werd, bijna gelijktijdig, opgericht eene vereeniging van arbeiders, “Eigen Haard” genaamd. Het doel dezer vereeniging is, om woningen, geschikt voor den werkman, in eigendom te verkrijgen. (De vereen. heeft gemeenschappelijk eigendom op ‘toog, waarover later; en beoogt—evenals de geldschietende vereeniging, zie de noot op blz. 19—eigenlijk het bouwen van woningen). Zij verkrijgt (art. 4 der statuten) hare geldmiddelen: “4o door het opnemen van geld bij de vereen. tot bevordering van den bouw enz., d. i. bij de vereen. hierboven besproken. Verder is in de statuten bepaald, dat er een oommissie van bijstand bestaat, aangewezen door de geldschietende vereen.; die commissie heeft recht op inzage in de boeken, op beoordeeling van de rekening enz.; zij vormt dus een band tusschen de beide vereen., en is tevens de controleur. Het wil mij echter toeschijnen—hoezeer ik instem met het systeem—dat de uit-voering iets anders moest zijn. De zekerheids-voorschriften zijn geschreven in de statuten van de arbeidersvereen.; die statuten nu kunnen—al moet het voorstel daartoe, ter lezing liggen voor de comm. van bijstand,—zonder mede-werking van de geldschietende vereen., worden gewijzigd. Mijns inziens moesten die voorschriften zijn opgenomen, in de overeenkomst omtrent de geldleening, als voorwaarden daarvoor. Misschien is de opname in de statuten slechts volledigheildshalve gedaan, en is het voornemen om de besproken bepalingen óók in de overeenkomst neer te leggen. Geschiedt dat en is er, door hypotheek, zekerheid voor het nakomen van alle voorwaarden, dan is er m. i. groote waarborg èn voor het geleende geld zelf èn voor 't instandblijven van datgeen waarvoor dat geld is gegeven, u.l. voor de instandhouding van de cité.

Download references

Authors

Additional information

Zutphen, October 1891

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Engelen, D.O. Over arbeiderswoningen, naar aanleiding van het nuts-verslag over dat onderwerp. De Economist 40, 700–719 (1891). https://doi.org/10.1007/BF02213266

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02213266

Navigation