De Peridineeën behooren tot de weinig bekende eencelligen uit het zoetwaterplankton van Nederland. Opgaven omtrent hun voorkomen in onze binnenwateren zijn zeldzaam. Daarentegen zijn de in zee levende soorten onzer kust door de onderzoekingen van van Breemen (2) goed bekend. Deze heeft ook enkele brakwatersoorten, meest kleine vormen, uit de Zuiderzee beschreven. Toch bevat het brakwater wellicht nog meer, tot dusverre nog niet gevonden soorten, Dat uit ons zoetwaterplankton nog zoo weinig Peridineeën bekend zijn geworden meen ik te moeten toeschrijven aan de omstandigheid, dat men zich tot dusverre bij het planktononderzoek (en dit geldt ook voor het zee- en brakwaterplankton) met het visschen met de bekende planktonnetten heeft vergenoegd. Deze netten, ook die van het allerfijnste builgaas (N°. 25) vervaardigd, vangen echter bijna uitsluitend de grootere plankton-organismen en van de kleinere alleen dezulke, die kolonies vormen of van lange uitsteeksels voorzien zijn. Dat fijnste gaas heeft n.l. een maaswijdte van ongeveer 50 μ; nauwmaziger kan het niet geweven worden. De grootte massa der planktonorganismen van geringer afmeting dan 50 μ — en dat zijn er, zooals uit tal van recente onderzoekingen gebleken is, niet weinige — ontsnapt door deze mazen. Slechts nu en dan worden er toevallig meegevangen en men heeft dientengevolge langen tijd gemeend, dat die allerkleinste planktonten schaarsch en dus van weinig beteekenis voor de stofwisselingsprocessen in het water waren. Uit onderzoekingen van Kofoid en Lohmann (om alleen de voornaamsten te noemen) is evenwel gebleken, dat die allerkleinste planktonorganismen, die Lohmann onder den verzamelnaam „nannoplankton” samenvat, zoowel in zee als in het zoete water zeer talrijk zijn en ook een allerbelangrijkste rol spelen, o. a. als voedsel voor grootere planktondieren. Vooral de groep der Phytoflagellaten — en hiertoe behooren de Peridineeën — is in het nannoplankton door een verrassend groot aantal soorten en individuen vertegenwoordigd en vormt, samen met Chlorophyceeën en Diatomeeën, het hoofdbestanddeel daarvan. Het nannoplankton bestaat dus in hoofdzaak uit plantaardige eencellige organismen; de Protozoën spelen in het nannoplankton een ondergeschikte rol.