ALBERT

All Library Books, journals and Electronic Records Telegrafenberg

feed icon rss

Your email was sent successfully. Check your inbox.

An error occurred while sending the email. Please try again.

Proceed reservation?

Export
Filter
  • 1925-1929
Collection
Year
  • 1
    Publication Date: 1926-10-01
    Description: Although the infertility of the subsoil in humid, semi-arid and arid regions has received much attention from investigators in Europe and America, in South Africa, as far as the writer is aware, no such work has been done.
    Print ISSN: 0021-8596
    Electronic ISSN: 1469-5146
    Topics: Agriculture, Forestry, Horticulture, Fishery, Domestic Science, Nutrition
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 2
    facet.materialart.
    Unknown
    In:  Zoologische Mededelingen vol. 12 no. 7, pp. 137-175
    Publication Date: 2024-01-12
    Description: De rups van den \xe2\x80\x9eKanarievlinder" (Hileud hoeis) is donker bruin met lichtere zijstrepen, de eerste lichaamsring en de naschuivers rood, voorts eene serie van dorsale bulten met witte haren begroeid. Pooten bruin.\nDe lengte bedraagt ongeveer 45\xe2\x80\x9450 mM. Behalve aan kanarie kunnen de rupsen zeer schadelijk zijn aan advocaat, mangga, kaneel en kina (DAMMERMAN). Zij spinnen fraaie goudkleurige, mazige cocons, waarin de pop zichtbaar ligt.\nDe rups van C. andrei Jord. is geheel anders; dorsaal appelgroen, ventraal iets donkerder met laterale geelgroene lengtelijn onder de stigmata, groenachtig bruinen kop, kleine roseroode dorsale wratjes, waarop donkere haren. Op den laatsten ring staat dorsaal een vleezig uitsteeksel met een geel wratje. De geheele oppervlakte met witte puntjes; de achterste, anale ring bruin. De rupsen laten zich in koudere streken gemakkelijk opkweeken met bladeren van kersen, appelen enz.\nGen. 2: Loepa Moore.\nLoepa, Moore, Cat. Lep. Mus. E. I. C. II, p. 399, (1859). Hamps., Faun. Br. Ind. Moths I, p. 25, (1892). Seitz, Grossschm. d. Erde X, p. 505, (1926).\nType: L. katinka Westw.\nGeogr. verspr.: Centraal- en West-China, Voor- en Achter-Indi\xc3\xab, Sumatra, Java en Celebes.\nIn tegenstelling met het voorgaande genus, zijn de voorvleugels niet sterk sikkelvormig, doch wel lang uitgetrokken en vrij smal met afgeronde apex. De buitenrand is bij het \xe2\x99\x82 binnenwaarts gebogen; daarentegen bij het \xe2\x99\x80 niet of zelfs meer buitenwaarts. Achtervleugels bijzonder afgerond
    Repository Name: National Museum of Natural History, Netherlands
    Type: info:eu-repo/semantics/article
    Format: application/pdf
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 3
    facet.materialart.
    Unknown
    In:  Zoologische Mededelingen vol. 11 no. 5, pp. 49-145
    Publication Date: 2024-01-12
    Description: 2. Pericallia dehanna (Pag.) (pl. VII, f. 1).\nArctia dehanna, Pag., Jahrb. Nass. Ver. f. Naturk. 38, p. 14; pl. I, f. 10, (1885).\nOpmerkelijk, dat zoowel door HAMPSON als door ROTHSCHILD deze soort, oorspronkelijk van Nias beschreven, over het hoofd is gezien. Zij is verwant aan P. ricini F. \xe2\x99\x82 Antennen vrij lang gekamd. Achtervleugeladeren 6 en 7 gesteeld. Palpen oranje, zwart aan de toppen; kop, tegulae, patagia, thorax en abdomen oranje tot oranje-rood; twee zwarte vlekjes op de tegulae; een zwart vlekje op den metathorax; dorsale, laterale en ventrolaterale seri\xc3\xabn zwarte vlekjes op het abdomen, dat ventraal ook eenige zwarte vlekjes vertoont; antennen grijs-bruin, de schaft lichter; op de oranje coxae der voorpooten twee zwart-bruine vlekjes; de pooten geel tot geel-wit met grijs-bruine strepen. Voorvleugel roodachtig-bruin, de aderen lichter, alles mat van kleur; een gele tot oranje-gele vlek vanaf de costa tot over de discocellularis; een tweede gele vlek vanaf den binnenrand tot ongeveer het midden van ader 2; een derde oranje vlek aan de vleugelbasis onder ader 1; een zwart stipje op de vleugelbasis. Achtervleugel mat en licht roodachtig geel-bruin met geel midden-, oranje anaal en basaal gedeelte, waarin eenige bruin-grijze vlekken tusschen ader 1 en 2, 2 en 3, in de cel en daar boven. Op deze wijze heeft de achtervleugel feitelijk slechts een grijs-bruinen buitenrand. De costa is boven het midden van ader 8 vrij sterk gebogen. De onderzijde lichter.\nVleugelspanning: 57\xe2\x80\x9460 mM.\nGeogr. verspr.; Nias, Simaloer, Sumatra (1 \xe2\x99\x82 Deli, Sch. v. L. leg., coll. Snell.) en Java.
    Repository Name: National Museum of Natural History, Netherlands
    Type: info:eu-repo/semantics/article
    Format: application/pdf
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 4
    facet.materialart.
    Unknown
    In:  Zoologische Mededelingen vol. 8 no. 13, pp. 153-217
    Publication Date: 2024-01-12
    Description: A. Meer dan 6 achtervleugeladeren vanaf de cel. a. Maxillairpalpen en sporen aan de tibi\xc3\xabn ontbreken . Hepialidae. b. \xe2\x80\x9e \xe2\x80\x9e \xe2\x80\x9e \xe2\x80\x9e \xe2\x80\x9e \xe2\x80\x9e w\xc3\xa8l ontwikkeld. a1. Bijtende monddeelen (mandibels) niet ontwikkeld . Eriocraniidae. b1. \xe2\x80\x9e \xe2\x80\x9e \xe2\x80\x9e aanwezig. . . . Micropterygidae.\nB. Niet meer dan 6 achtervleugeladeren vanaf de cel. a. Achtervleugel met twee anaaladeren (zonder lc.). a1. Voorvleugelader 5 dichter bij 4 ontspringend dan bij 6. a2. Achtervleugelader 8 ontbreekt Syntomidae. 62. Achtervleugelader 8 aanwezig (behalve bij eenige Arctiidae). a3. Achtervleugelader 8 gescheiden van 7. a4. Met frenulum. a5. Achtervleugelader 8 samensmeltend met de cel tot ongeveer even voor het midden . . . . Arctiidae. 65. Achtervleugelader 8 alleen aan de basis met de eel samensmeltend. a6. Antennen met min of meer verbreede schaft Agaristidae. 66. \xe2\x80\x9e zonder verbreede schaft (uitgezonderd bij Dahlia) . . . . . . . . . . . Noctuidae. c5. Achtervleugelader 8 vrij of met de cel door een tak verbonden. a6. Zonder zuiger. a7. Geknopte antennen . . . . . . . . . Neocastniidae. b7. Antennen niet geknopt . . . . . . . . Lymantriidae.
    Repository Name: National Museum of Natural History, Netherlands
    Type: info:eu-repo/semantics/article
    Format: application/pdf
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 5
    facet.materialart.
    Unknown
    In:  Zoologische Mededelingen vol. 9 no. 3, pp. 28-49
    Publication Date: 2024-01-12
    Description: Gen. 5: Euchromia H\xc3\xbcbn.\nEuchromia, H\xc3\xbcbn., Verz. p. 121, (1827). Hamps., Cat. Lep. Phal. I, p. 293, (1898). Seitz, Grosssehm. d. Erde X, p. 85, (1911).\nType: E. sperchia Cram.\nGeogr. verspr.: Afrika, en het Indo-Australisch gebied.\nZuiger goed ontwikkeld; palpen slank, kort, naar boven gebogen; antennen kort gekamd en in het midden iets verdikt; pooten met korte sporen. Voorvleugeladeren 3, 4 en 5 vanaf het celeinde en 3 iets meer verwijderd; 6 vanaf het boveneinde der cel; 7, 8, 9 en 10 gesteeld; 11 vanaf de cel. Achtervleugeladeren 2 en 4, mede 6 en 7 dicht bij elkaar ontspringend, kort, soms kort gesteeld. Deze vlinders hebben fraaie roode, gele en metallisch blauwe kleuren. Zij vliegen overdag in den zonneschijn. 1. Euchromia polymena (L.).\nSphinx polymeria, Linn., Syst. Nat. I, p. 494, (1858). Cram., Pap.\nExot. I, pl. 13 D, (1775). Euchromia polymena, Moore, Lep. Ceyl. II, p. 39; pl. 94, f. 6, (1882). Hamps., Cat. Lep. Phal. I, p. 297, f. 137, (1898). Seitz, Grosssehm. d. Erde X, p. 85; pl. 12 d, (1911).\nFrons met een wit vlekje; twee witte vlekjes op de patagia op de bases der voorvleugels; eenige witte vlekken lateraal op de thorax. Tegulae rood; abdominaal segmenten 1, 4 en 5 met bloedrooden ring; 2, 3, 6 en 7 met metallisch blauw. De vleugels donker bruin met oranje tot roode, eenigszins doorzichtige vlekken. Een aan de basis onder de cel, een tweede tusschen ader 1 en de cel, een derde in de cel en eene serie van 4 transcellulaire vlekken, die slechts door de donkere
    Repository Name: National Museum of Natural History, Netherlands
    Type: info:eu-repo/semantics/article
    Format: application/pdf
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 6
    facet.materialart.
    Unknown
    In:  Zoologische Mededelingen vol. 9 no. 14, pp. 258-299
    Publication Date: 2024-01-12
    Description: Subfamilie B: Lithosiinae.\nDe Lithosiinen gelijken, in rustenden toestand, vaak op Blattiden of Kakkerlakken, daar zij de breede achtervleugels onder de over het algemeen smalle, lancetvormige voorvleugels opvouwen en deze gewoonlijk nog over elkaar heengeschoven worden, zoodat de vleugels nauwelijks breeder zijn dan het lichaam. Daarbij komt nog het snelle wegloopen en wegkruipen onder afgevallen bladeren, gras enz. Zij vliegen \'s nachts meer dan overdag en nooit ver, laten zich spoedig vallen en kunnen springen.\nDe voorvleugels der meeste soorten zijn opvallend geteekend met banden en strepen ; de achtervleugels meestal eenkleurig bruin, grijs, wit of geel.\nDe kop is breed met uitpuilende kleine zwarte oogen; de antennen zijn vrij kort, draadvormig of kort gekamd, dikwijls met haarbosjes aan de bases. De palpen zijn recht en kort, soms gebogen, het lichaam is teer, in tegenstelling met dat der Noctu\xc3\xafden enz.\nDe rupsen der Lithosiinen gelijken veel op elkaar; zij leven bijna alle op korstmossen aan boomen, steenen enz.; zij zijn behaard en met wratjes bezet. Bij verontrusting laten zij zich aan een draad zakken om op den grond zich uit de voeten te maken.\nDe spinsels der poppen zijn los uit haren vervaardigd en worden soms aan een draad of een steel vastgemaakt.\nDETERMINATIE-TABEL VOOR ENKELE GENERA.\nI. Voorvleugelader 5 ontbreekt.\nA. Achtervleugelader 5 ontbreekt. a. Voorvleugel 4 ontbreekt.
    Repository Name: National Museum of Natural History, Netherlands
    Type: info:eu-repo/semantics/article
    Format: application/pdf
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 7
    facet.materialart.
    Unknown
    In:  Zoologische Mededelingen vol. 12 no. 6, pp. 28-136
    Publication Date: 2024-01-12
    Description: Fam. 8: LASIOCAMPIDAE.\nLasiocampidae, Hampson, Faun. Br. Ind. I, p. 402, (1892). Gr\xc3\xbcnberg, Seitz, Grossschm. d. Erde X, p. 391, (1914).\nMeest groote, sterke, ruige vlinders met bruine vleugelteekening.\nPalpen dik behaard, groot, vooruitstekend; zuiger niet ontwikkeld; oogen vrij klein; antennen tamelijk lang dubbel gekamd bij beide sexen. De pooten gewoonlijk met slechts kleine terminale paren sporen en sterk behaard. Het voorhoofd en de thorax in den regel sterk behaard. Het aderstelsel sterk, vrij constant; in den voorvleugel zijn de aderen 1a en 1b niet met elkaar gevorkt, 1c zeer zelden aanwezig; de cel klein met sterke discocellularis; de aderen 6 en 7 vanaf den bovenhoek, 9 en 10 steeds gesteeld. De achtervleugel met 2 anale aderen; 6 en 7 dicht bij de basis ontspringend; 8 gekromd en dikwijls 7 rakend of daarmede door een klein dwarsadertje verbonden, waardoor een praecostale cel ontstaat; accessorische adertjes doorgaans ontwikkeld. Frenulum afwezig.\nDe rupsen zijn sterk behaard, met eigenaardige laterale haren aan de eerste segmenten en vaak ook met dorsale haarbosjes op de voorste segmenten. De haren beschermen door hunne mechanische en chemische werking de rups zoowel als de pop, want de haren worden in het spinsel ingeweven.\nDe \xe2\x99\x80\xe2\x99\x80 vliegen zeer weinig en houden zich meest verborgen, terwijl de \xe2\x99\x82\xe2\x99\x82 zeer bewegelijk kunnen zijn. Sterk sexueel dimorphisme komt ook bij deze familie voor, evenals sterk verschil in grootte bij exemplaren van dezelfde soort. Enkele soorten vliegen ook wel overdag.\nDeterminatietabel voor enkele genera:
    Repository Name: National Museum of Natural History, Netherlands
    Type: info:eu-repo/semantics/article
    Format: application/pdf
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 8
    facet.materialart.
    Unknown
    In:  Zoologische Mededelingen vol. 10 no. 8, pp. 90-157
    Publication Date: 2024-01-12
    Description: Gen. Thumata Walk.\nThumata, Walk., List. Lep. Ins. Br. Mus. XXXV, p. 1900, (1866).\nHamps., Cat. Lep. Phal. II, p. 420, (1900). Seitz, Grossschm. d. Erde X, p. 159, (1914).\nType: Th. fuscescens Walk.\nGeogr. verspr.: W. Afrika, Madagascar, Br. Indi\xc3\xab, Assam, Ceylon, Borneo, Java, Australi\xc3\xab.\nZuiger gereduceerd, klein; palpen vooruitstekend, doch niet over het voorhoofd reikend; dat met haar begroeid is; antennen van het \xe2\x99\x82 kort dubbel gekamd en wat verdikt aan de toppen; tibi\xc3\xabn middelmatig gespoord; abdomen wollig. Voorvleugel kort en breed; ader 2 vanaf het midden der cel; 3 vanaf voor den celhoek; 4 en 5 vanaf dien hoek; 6 vanaf onder den bovenhoek; 7, 8 en 9 gesteeld; 10 vrij; 11 met 12 samensmeltend. Achtervleugelader 2 vanaf over het midden der cel; 3 en 4 gesteeld; 5 vanaf ongeveer het midden der discocellularis; 6 en 7 lang gesteeld; 8 vanaf bij het celeinde.\nThumata fuscescens Walk.\nThumata fuscescens, Walk., List. Lep. Ins. Br. Mus. XXXV, p. 1901, (1866). Hamps., Ill. Typ. Sp. Br. Mus. IX, p. 86; pl. 158, f. 18, (1893).\nCat. Lep. Phal. II, p. 421, f. 332, (1900). Seitz, Grossschm. d. Erde X, p. 159; pl. 17c, (1914).\nDeze soort werd tot nog toe niet op Sumatra gevonden, doch zal daar ongetwijfeld wel voorkomen. Grijs-bruin; kop, thorax, voorvleugelbasis en eenige vlekken langs de costa donker bruin; sporen van een gezaagde, buitenwaarts gebogen mediale; een duidelijke vlek op de discocellularis;
    Repository Name: National Museum of Natural History, Netherlands
    Type: info:eu-repo/semantics/article
    Format: application/pdf
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
Close ⊗
This website uses cookies and the analysis tool Matomo. More information can be found here...