ISSN:
1573-5060
Source:
Springer Online Journal Archives 1860-2000
Topics:
Agriculture, Forestry, Horticulture, Fishery, Domestic Science, Nutrition
Description / Table of Contents:
Samenvatting Met tetraploide suikerbieten zijn in het buitenland reeds opmerkelijke resultaten verkregen. Dit is een van de redenen dat de S.V.P. de polyploidie-veredeling van bieten in 1950 ter hand heeft genomen. Aangegeven wordt dat colchicine-behandeling van kiemend zaad met succes kan worden toegepast om een voldoend aantal tetraploiden te verkrijgen mits het afwijkende materiaal in het eerste en tweede levensjaar wordt onderzocht. Uit het cytologische onderzoek, dat in 1951 met behulp van de phase-contrast microscoop aan in dat jaar met colchicine behandeld materiaal werd verricht, blijkt dat een 0,1% oplossing te verkiezen is boven een 0,2%. Het cytologische onderzoek heeft vooral ten doel om het materiaal te zuiveren van diploide planten of scheuten. Voor het opvoeren van het percentage tetraploide zaden is het noodzakelijk, dat de stekbieten in het tweede levensjaar wederom worden onderzocht. In 1951 werd dit uit-gevoerd aan jonge hartblaadjes in het bladrozetstadium en aan okselblaadjes van jonge stengels. Aangezien het percentage tetraploiden in de nakomelingschappen tegenviel, is het onderzoek in 1952 slechts geschied aan één jonge stengel per biet. Was hij tetraploid, dan werden de andere stengels verwijderd; indien hij daarentegen diploid was, werden de overige stengels onderzocht totdat er een tetraploide gevonden werd. Het onderzoek wordt voortgezet.
Notes:
Summary Tetraploid beets have produced interesting results abroad. This is the reason that in 1950 the Foundation for Agricultural Plant Breeding initiated a program for the development of tetraploid strains. By treating germinating seed with colchicine enough tetraploids can be secured, provided the material be examined during the first and the second year. Cytological studies made in 1951 with the aid of the phase-contrast microscope showed that a 0.1% colchicine solution is preferable to a 0.2% solution. The cytological examination has the object of purifying the material. If diploid cells are found the plants are discarded. In order to increase the number of tetraploid seeds it is necessary to examine the beets again during the second year. In 1951 this was done by studying the young leaves in the rosette stage and by taking the axillary leaflets of young stalks. As the number of tetraploids in the offspring was disappointingly small in 1952 the work was organized somewhat differently. Only one tetraploid stalk of each plant was kept, all other stalks were removed. The investigations are being continued.
Type of Medium:
Electronic Resource
URL:
http://dx.doi.org/10.1007/BF00053726
Permalink