ISSN:
1573-8469
Source:
Springer Online Journal Archives 1860-2000
Topics:
Agriculture, Forestry, Horticulture, Fishery, Domestic Science, Nutrition
Description / Table of Contents:
Samenvatting Ethyleen veroorzaakte in een concentratie van 0,05 dpm nog een aanzienlijke remming van de lengtetoename van de generatieve hoofdknop in tulpebollen van de cultivar ‘White Sail’, wanneer het gas kort na het rooien werd toegediend tijdens bewaring (Tabel 1). Bij toedoening van 10 dpm ethyleen was de remming in de meeste gevallen maximaal (Fig.1). De lengtetoename van de meeldraden in de knoppen was in vergelijkbare behandelingen meestal minder sterk geremd dan van de jonge bladen die de knoppen omsluiten (Tabellen 1 en 2). Hoe eerder de bollen na het rooien aan ethyleen werden blootgesteld en hoe hoger de bewaartemperatuur was, des te hoger was de concentratie nodig om even sterk te remmen; afhankelijk van temperatuur en tijdstip van toediening (of van de ontwikkelingsfase van de bol) werd een remming van 50% gevonden bij concentraties tussen 0,05 en 10 dpm. De laagste concentratie ethyleen waarbij open knoppen ontstonden — als gevolg van ongelijke groei van meeldraden en jonge loofbladen, de voorwaarde voor het ontstaan van kernrot — was 0,1 dpm. Dit werd geconstateerd bij bollen die bij 17°C werden bewaard en direct na het rooien gedurende 6 weken aan ethyleen werden blootgesteld (Fig. 2A en Tabel 3). Bij vroeg behandelde bollen werden de grootste knopafwijkingen gevonden bij 10 dpm ethyleen; bij later behandelde bollen bij een concentratie van 0,5 dpm (Fig. 2A en B). Bij bollen die bij 23°C werden bewaard, was de ontwikkeling van de knopvorm minder afwijkend dan bij bollen die bij lagere temperatuur werden bewaard; bij behandelingen in het begin van het bewaarseizoen was dit het geval bij lage concentraties ethyleen, later in het seizoen ook bij hoge concentraties. Na beëindiging van de toediening van ethyleen verminderde de mate van afwijking in de meeste gevallen tijdens de verdere bewaring. Bij laat behandelde bollen, die aan 10 en 100 dpm waren blootgesteld, nam de afwijking daarentegen toe, zodat nog in een groot aantal bollen het stadium van ‘de open knop’ werd bereikt (Tabel 3). Hoewel na beëindiging van de ethyleen-toediening de groei van de knoppen zich tijdens de verdere bewaring herstelde, waren aan het eind van de bewaarperiode (midden november) en aan het begin van de groeiperiode in de kas na beëindiging van de koeling, de knoppen van behandelde bollen kleiner dan die van onbehandelde (Fig. 3 en Tabel 4). Bij het begin van de bloei waren de onderste internodiën korter na blootstelling aan hoge concentraties. De bladeren waren smaller wanneer de ethyleenbehandeling vroeg was toegediend; hoe hoger de concentratie ethyleen, hoe groter de verschillen ten opzichte van planten van onbehandelde bollen (Tabel 4).
Notes:
Abstract Ethylene in concentrations as low as 0.05 ppm inhibited the elongation growth of the main generative bud within tulip bulbs during storage after lifting. The sooner the ethylene was administered after lifting and the higher the storage temperature, the higher the concentration of ethylene needed to obtain the same degree of inhibition. Fifty percent inhibition was found at concentrations between 0.05 and 10 ppm. Stamens within the buds were inhibited to a degree which was generally lower compared with the leaves; the largest differences were found at 13°C, whereas at 23°C the degree of inhibition was nearly equal. Open buds (which result from unequal growth of stamens and young leaves and are the prerequisite of bud necrosis) were induced by exposure to ethylene in concentrations as low as 0.1 ppm. This phenomenon occurred in bulbs exposed to ethylene for 6 weeks at 17°C shortly after lifting; at other temperatures and later exposure times, higher concentrations were needed to obtain the effect. During storage after exposure to ethylene, growth resumed and the degree of bud deformation mostly decreased; in bulbs that had been treated later, an increase was found when the ethylene concentration had been higher than 1 ppm. After planting, shoots emerging from ethylene-treated bulbs were shorter, basal internodes of the stem were shorter if the concentration was 1 ppm or higher, and the width of leaves was reduced after early exposure.
Type of Medium:
Electronic Resource
URL:
http://dx.doi.org/10.1007/BF01976637
Permalink