ALBERT

All Library Books, journals and Electronic Records Telegrafenberg

feed icon rss

Your email was sent successfully. Check your inbox.

An error occurred while sending the email. Please try again.

Proceed reservation?

Export
Filter
  • 1970-1974  (11)
  • 1960-1964  (3)
Collection
Years
Year
  • 1
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Palo Alto, Calif. : Annual Reviews
    Annual Review of Fluid Mechanics 2 (1970), S. 205-224 
    ISSN: 0066-4189
    Source: Annual Reviews Electronic Back Volume Collection 1932-2001ff
    Topics: Mechanical Engineering, Materials Science, Production Engineering, Mining and Metallurgy, Traffic Engineering, Precision Mechanics , Physics
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 2
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Springer
    Boundary layer meteorology 5 (1973), S. 201-209 
    ISSN: 1573-1472
    Source: Springer Online Journal Archives 1860-2000
    Topics: Geosciences , Physics
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 3
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Springer
    European journal of plant pathology 77 (1971), S. 177-186 
    ISSN: 1573-8469
    Source: Springer Online Journal Archives 1860-2000
    Topics: Agriculture, Forestry, Horticulture, Fishery, Domestic Science, Nutrition
    Description / Table of Contents: Samenvatting In een voorgaande publikatie werd gesuggereerd dat kernrot ontstaat door een combinatie van faktoren. De aard ervan was tot nu toe onbekend. Om deze faktoren te identificeren zijn het ziektesyndroom en de bewaaromstandigheden verder geanalyseerd. Enkele relaties konden worden vastgesteld, die het opstellen van een verklaringshypothese mogelijk maken. Deze relaties zijn: 1. Bij ‘White Sail’ komt kernrot voor als de bollen worden bewaard in doosjes waarin ook bollen voorkomen die aangetast zijn doorFusarium oxysporum f. tulipae (‘zure bollen’); 2. Knoppen met symptomen van kernrot zijn aan de toppen open. Dit komt zowel bij ‘White Sail’ en ’Red Champion’ voor als bij ’Rose Copland’. Als deze afwijking in sterke mate optreedt groeien de meeldraden door de opening aan de top van de knop; 3. Open knoppen komen bij ‘White Sail’ alleen voor in doosjes waarin ook ‘zure bollen’ voorkomen. Bij ‘Red Champion’ kan dit verschijnsel behalve door bewaring in doosjes samen met ‘zure bollen’, ook ontstaan tengevolge van hogere bewaartemperaturen (20–23°C). Bij ‘Rose Copland’ komen open knoppen slechts bij uitzondering voor; 4. In knoppen met symptomen van kernrot komen bijna steeds mijten voor; 5. In doosjes waarin ‘zure bollen’ voorkomen, is ethyleen aangetoond in concentraties variërend van 0 tot 23 dpm. Op grond van bovenstaande relaties is de hypothese opgesteld dat kernrot alleen dan ontstaat, wanneer mijten tot in de bloemknoppen kunnen doordringen en de meeldraden kunnen bereiken. Voorwaarde hiervoor is de aanwezigheid van een opening in de top van de knop. Ethyleen uit metFusarium besmette bollen is waarschijnlijk het werkzame agens bij het ontstaan van open knoppen in ‘White Sail’ en ‘Red Champion’, onder omstandigheden van slechte ventilatie. Bij ‘Red Champion’ kan het verschijnsel ook bij goede ventilatie en dan tengevolge van hoge bewaartemperaturen ontstaan. Resultaten van verder onderzoek die de hypothese bevestigen, zullen in een volgende publikatie worden beschreven.
    Notes: Abstract The syndrome of bud necrosis, a storage disease of tulips, is analysed and relationships between several phenomena are described: 1. In ‘White Sail’, bud necrosis occurred in cardboard boxes only when bulbs infected withFusarium oxysporum f. tulipae were present. 2. Buds with symptoms of bud necrosis were open at the tip. 3. Whereas in ‘White Sail’, open buds occurred in boxes only whenFusarium-infected bulbs were present, in ‘Red Champion’, open buds occurred also in well-ventilated open trays with wire-gauze bottoms stored at higher temperatures but withoutFusarium-infected bulbs. In ‘Rose Copland’, open buds were only found exceptionally. 4. In buds with symptoms of bud necrosis, mites were almost always present. 5. In boxes in whichFusarium-infected bulbs were present, ethylene concentrations up to 23 ppm were found. On the basis of these findings it seems highly probable that bud necrosis develops only if mites penetrate into the buds and reach the stamens. A prerequisite for penetration is the presence of a pore in the bud tip. Ethylene, emanated byFusarium-infected bulbs or from other sources and accumulating under conditions of poor ventilation, is probably the direct cause of open buds. In ‘Red Champion’, however, this aberration can also be caused by higher storage temperatures even with good ventilation. In a subsequent paper proof of this hypothesis will be presented.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 4
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Springer
    European journal of plant pathology 78 (1972), S. 168-178 
    ISSN: 1573-8469
    Source: Springer Online Journal Archives 1860-2000
    Topics: Agriculture, Forestry, Horticulture, Fishery, Domestic Science, Nutrition
    Description / Table of Contents: Samenvatting Proeven toonden aan dat kernrot in tulpebollen wordt veroorzaakt door mijten (Rhizoglyphus echinopus Fumouze & Robin enTyrophagus spp.) als deze tijdens de bewaring in de bloemknoppen binnendringen (Tabel 2 en 3). Dit konden mijten alleen bij knoppen die aan de top open waren; normaal zijn de knoppen gesloten. Open knoppen ontstonden door blootstelling van de bollen aan ethyleen (3 dpm) bij 20°C vlak na het rooien (Tabel 1 en Fig. 2) en bij bollen van ‘Red Champion’ ook door bewaring bij hoge temperaturen (20 tot 23°C) in een ethyleen-vrije atmosfeer. Dit laatste berustte op een afwijkende differentiatie in de top van de pas aangelegde bladeren (Fig. 3). Ethyleen kon open knoppen doen ontstaan, doordat de lengtegroei van de jonge bladeren sterker werd geremd dan die van de meeldraden (Fig. 1). De snellere groei van de binnenste delen van de knop resulteerde dan in open knoppen. Het verschil in gevoeligheid van beide organen voor ethyleen was het grootst vaak na het rooien en nam af gedurende de bewaring. Later in het seizoen (na augustus) was de remming van meeldraden en jonge bladeren gelijk (100%) en ontstonden geen open knoppen meer. Ethyleen veroorzaakte toen verdroging van de bloemknoppen. De door ethyleen geïnduceerde groeiremming was ten dele reversibel. De groei van de jonge bladeren herstelde gedeeltelijk; de groei van de meeldraden geheel, tenzij verdroging van deze organen had plaats gehad als gevolg van blootstelling aan ethyleen laat in het seizoen. Door het verschil in reversibiliteit van de groeiremming van meeldraden en loofbladen kan de toename van de mate van knopafwijking tijdens verdere bewaring na de toediening van ethyleen verklaard worden (Tabel 1). De ethyleenafgifte van bollen die metFusarium oxysporum f.tulipae waren geïnfecteerd, is gemeten. De geproduceerde hoeveelheden ethyleen bleken afhankelijk te zijn van de bewaartemperatuur. Gemiddeld werd de grootste hoeveelheid gevonden bij 20°C, namelijk: 140 μl per dag per bol (Fig. 4). Deze hoeveelheid blijkt voldoende te zijn om in slecht geventileerde ruimten bij bollen die niet doorFusarium zijn aangetast, bovengenoemde abnormale groei te veroorzaken.
    Notes: Abstract Experiments demonstrated that bud necrosis in tulip bulbs is caused by mites that penetrate the flower bud during storage. This penetration is only possible if the buds, which are normally closed, are open at their tips. Such buds were found after administration of ethylene (3 ppm) during storage at 20°C shortly after lifting and in ‘Red Champion’ also after storage at higher temperatures (20 to 23°C) in ethylene-free atmospheres. Open buds, caused by ethylene, resulted from unequal growth inhibition of the young leaves and stamens. The difference in sensitivity of both organs to ethylene decreased during storage. later on, the growth inhibition of stamens and leaves became equal, and the buds remained closed. Then ethylene caused blasting of the flower buds. Open buds in ‘Red Champion’, caused by higher storage temperatures, resulted from aberrant differentiation of the tips of the young leaves. The production of ethylene by tulip bulbs infected withFusarium oxysporum f.tulipae was measured and proved to be sufficiently high to cause open buds in non-infected bulbs stored in the same room if ventilation is not adequate. The highest production of ethylene, averaging 140 μl/24 h/bulb was found at a storage temperature of 20°C.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 5
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Springer
    European journal of plant pathology 79 (1973), S. 41-53 
    ISSN: 1573-8469
    Source: Springer Online Journal Archives 1860-2000
    Topics: Agriculture, Forestry, Horticulture, Fishery, Domestic Science, Nutrition
    Description / Table of Contents: Samenvatting De mate van beschadiging bij bloemknopverdroging is gekarakteriseerd in een aantal stadia varierend van 0 (geen symptomen) tot 7 (spruit geheel verdroogd). De afwijking kon worden opgewekt door tijdens de bewaarperiode ethyleen toe te dienen in concentraties van 0,3 dpm en hoger. Wanneer ethyllen laat (vanaf eind augustus) werd toegediend, konden de symptomen meestal direct na de behandeling worden waargenomen (Fig. 1). De mate van beschadiging was dan groter naarmate: 1. de bewaring voorafgaande aan de ethyleenbehandeling langer had geduurd (Tabel 1), 2. de bewarrtemperatuur hoger was (Fig. 5), 3. de ethyleenconcentratie hoger was (Fig. 6), 4. de blootstelling aan het gas langer duurde (Fig. 7). Er bleken grote verschillen in gevoeligheid te bestaan tussen een aantal onderzochte cultivars (Tabel 2). Wanneer met-ethyllen-behandelde bollen werden geplant, ontwikkelde zich in een aantal gevallen uit okselknoppen-waaruit onder normale omstandigheden een nieuwe bol groeit — een spruit met bloem (Fig. 2). De verschijnselen werden directe effecten van ethyleen genoemd. Na blootstelling aan het gas nam de mate van beschadiging tijdens voortgezette bewaring in ethyleenvrije omgeving in de meeste gevallen toe (Fig. 8A en B). Deze toename werd een uitgesteld ethyleen-effect genoemd. Een ander uitgesteld ethyleeneffect trad op wanneer ethyleen vroeg in de bewaarperiode werd toegediend en de bollen daarna werden geplant en behandeld voor vroege bloei (koeling bij 5δC en in bloei trekken in een kas bij 18 tot 20°C). De verdrogingsverschijnselen ontstonden nu tijdens de groeifase in de kas (Fig. 3 en 4). Ook bij dit effect bleken verschillen in gevoeligheid tussen de onderzochte cultivars (Tabel 3). Bij deze behandeling bleek bovendien, dat de uitgroei van de wortels in een aantal gevallen werd geremd als gevolg van de voorafgaande ethyleenbehandeling (Fig. 9).
    Notes: Abstract Several symptoms are described that characterize the extent of flower-bud blasting in tulips. The disorder could be induced by ethylene applied in concentrations of 0.3 ppm and higher during storage of the bulbs. When ethylene was applied late, the symptoms could be observed in most of the buds immediately after exposure. During subsequent storage in an ethylene-free environment, the injury often increased. When ethylene was applied early, symptoms of blasting appeared only after subsequent treatment for early flowering. The injury was worse the longer the storage period before exposure, the higher the storage temperature, the higher the concentration of ethylene, the longer the exposure period. Large differences in susceptibility between a number of tested cultivars were observed.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 6
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Springer
    European journal of plant pathology 77 (1971), S. 97-105 
    ISSN: 1573-8469
    Source: Springer Online Journal Archives 1860-2000
    Topics: Agriculture, Forestry, Horticulture, Fishery, Domestic Science, Nutrition
    Description / Table of Contents: Samenvatting Kernrot is een afwijking in tulpebollen die een bloeibare maat hebben. De ziekte ontstaat tijdens de droge bewaring van de bollen en begint met afwijkingen aan de meeldraden. Bij de beschrijving is onderscheid gemaakt tussen symptomen welke zich tijdens de droge bewaring voordoen aan de knoppen waaruit zich de bloeiende spruit zal ontwikkelen en symptomen welke zich voordoen aan de bollen tijdens de bloei te velde. Naar de mate waarin de knoppen en planten afwijken, wordt gesproken van meeldraadnecrose (Fig. 1A en 2), bloemnecrose (Fig. 1B en 4A), spruitnecrose (Fig. 1C en 4B), kernnecrose (Fig. 1D en 4C) en bolnecrose (Fig. 4D). Het is gebleken, dat de ziekte bij bepaalde cultivars (‘Red Champion’ en ‘White Sail’) vaak voorkomt, bij andere minder vaak (‘Rose Copland’) of in het geheel niet. Er kon worden vastgesteld, dat de ziekte niet besmettelijk of erfelijk is. In de proeven werd het ontstaan van de afwijking bij ‘Red Champion’ en ‘White Sail’ bevorderd door de bollen te verpakken in kartonnen dozen (ventilatiebeperking) en door de bollen later in het seizoen (na 1 september) te bewaren bij hogere temperaturen dan daarvoor. Op grond van de proefresultaten wordt aangenomen dat de primaire oorzaak van de afwijking van fysiologische aard is. De aanwezigheid van schimmels, bacteriën en mijten moet als tweede oorzaak worden beschouwd.
    Notes: Abstract The symptoms of bud necrosis in tulip bulbs are described. This disorder is neither contagious nor hereditary. It is found more often and more severely in certain cultivars (viz ‘Red Champion’ and ‘White Sail’) than in others (viz ‘Rose Copland’) in which it appears less frequently or not at all. The disease originates in the stamens of the flower-producing main bud during dry storage between lifting and planting of the bulbs. The occurrence of the disease in sensitive cultivars is promoted by storage of the bulbs under conditions of poor ventilation (viz packed in cardboard boxes) and at higher temperatures later in the storage period (after September 1). The experimental results suggest that there are several pathogenic factors and that the combined action of these factors can lead to bud necrosis; the primary factor is probably of physiological nature.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 7
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Springer
    European journal of plant pathology 79 (1973), S. 13-22 
    ISSN: 1573-8469
    Source: Springer Online Journal Archives 1860-2000
    Topics: Agriculture, Forestry, Horticulture, Fishery, Domestic Science, Nutrition
    Description / Table of Contents: Samenvatting Ethyleen veroorzaakte in een concentratie van 0,05 dpm nog een aanzienlijke remming van de lengtetoename van de generatieve hoofdknop in tulpebollen van de cultivar ‘White Sail’, wanneer het gas kort na het rooien werd toegediend tijdens bewaring (Tabel 1). Bij toedoening van 10 dpm ethyleen was de remming in de meeste gevallen maximaal (Fig.1). De lengtetoename van de meeldraden in de knoppen was in vergelijkbare behandelingen meestal minder sterk geremd dan van de jonge bladen die de knoppen omsluiten (Tabellen 1 en 2). Hoe eerder de bollen na het rooien aan ethyleen werden blootgesteld en hoe hoger de bewaartemperatuur was, des te hoger was de concentratie nodig om even sterk te remmen; afhankelijk van temperatuur en tijdstip van toediening (of van de ontwikkelingsfase van de bol) werd een remming van 50% gevonden bij concentraties tussen 0,05 en 10 dpm. De laagste concentratie ethyleen waarbij open knoppen ontstonden — als gevolg van ongelijke groei van meeldraden en jonge loofbladen, de voorwaarde voor het ontstaan van kernrot — was 0,1 dpm. Dit werd geconstateerd bij bollen die bij 17°C werden bewaard en direct na het rooien gedurende 6 weken aan ethyleen werden blootgesteld (Fig. 2A en Tabel 3). Bij vroeg behandelde bollen werden de grootste knopafwijkingen gevonden bij 10 dpm ethyleen; bij later behandelde bollen bij een concentratie van 0,5 dpm (Fig. 2A en B). Bij bollen die bij 23°C werden bewaard, was de ontwikkeling van de knopvorm minder afwijkend dan bij bollen die bij lagere temperatuur werden bewaard; bij behandelingen in het begin van het bewaarseizoen was dit het geval bij lage concentraties ethyleen, later in het seizoen ook bij hoge concentraties. Na beëindiging van de toediening van ethyleen verminderde de mate van afwijking in de meeste gevallen tijdens de verdere bewaring. Bij laat behandelde bollen, die aan 10 en 100 dpm waren blootgesteld, nam de afwijking daarentegen toe, zodat nog in een groot aantal bollen het stadium van ‘de open knop’ werd bereikt (Tabel 3). Hoewel na beëindiging van de ethyleen-toediening de groei van de knoppen zich tijdens de verdere bewaring herstelde, waren aan het eind van de bewaarperiode (midden november) en aan het begin van de groeiperiode in de kas na beëindiging van de koeling, de knoppen van behandelde bollen kleiner dan die van onbehandelde (Fig. 3 en Tabel 4). Bij het begin van de bloei waren de onderste internodiën korter na blootstelling aan hoge concentraties. De bladeren waren smaller wanneer de ethyleenbehandeling vroeg was toegediend; hoe hoger de concentratie ethyleen, hoe groter de verschillen ten opzichte van planten van onbehandelde bollen (Tabel 4).
    Notes: Abstract Ethylene in concentrations as low as 0.05 ppm inhibited the elongation growth of the main generative bud within tulip bulbs during storage after lifting. The sooner the ethylene was administered after lifting and the higher the storage temperature, the higher the concentration of ethylene needed to obtain the same degree of inhibition. Fifty percent inhibition was found at concentrations between 0.05 and 10 ppm. Stamens within the buds were inhibited to a degree which was generally lower compared with the leaves; the largest differences were found at 13°C, whereas at 23°C the degree of inhibition was nearly equal. Open buds (which result from unequal growth of stamens and young leaves and are the prerequisite of bud necrosis) were induced by exposure to ethylene in concentrations as low as 0.1 ppm. This phenomenon occurred in bulbs exposed to ethylene for 6 weeks at 17°C shortly after lifting; at other temperatures and later exposure times, higher concentrations were needed to obtain the effect. During storage after exposure to ethylene, growth resumed and the degree of bud deformation mostly decreased; in bulbs that had been treated later, an increase was found when the ethylene concentration had been higher than 1 ppm. After planting, shoots emerging from ethylene-treated bulbs were shorter, basal internodes of the stem were shorter if the concentration was 1 ppm or higher, and the width of leaves was reduced after early exposure.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 8
    Publication Date: 1973-04-01
    Print ISSN: 0006-8314
    Electronic ISSN: 1573-1472
    Topics: Geosciences , Physics
    Published by Springer
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 9
    Publication Date: 1970-01-01
    Print ISSN: 0066-4189
    Electronic ISSN: 1545-4479
    Topics: Mechanical Engineering, Materials Science, Production Engineering, Mining and Metallurgy, Traffic Engineering, Precision Mechanics , Physics
    Published by Annual Reviews
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 10
    Publication Date: 1960-07-01
    Print ISSN: 0148-0227
    Electronic ISSN: 2156-2202
    Topics: Geosciences
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
Close ⊗
This website uses cookies and the analysis tool Matomo. More information can be found here...