ALBERT

All Library Books, journals and Electronic Records Telegrafenberg

feed icon rss

Your email was sent successfully. Check your inbox.

An error occurred while sending the email. Please try again.

Proceed reservation?

Export
Filter
  • Chemistry  (248)
  • Computational Chemistry and Molecular Modeling  (6)
  • Nederland  (5)
  • Magnetism
  • P ligands
  • 1995-1999  (109)
  • 1965-1969  (150)
  • 1
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    New York, NY : Wiley-Blackwell
    Journal für Praktische Chemie/Chemiker-Zeitung 337 (1995), S. 245-249 
    ISSN: 0941-1216
    Keywords: Chemistry ; Organic Chemistry
    Source: Wiley InterScience Backfile Collection 1832-2000
    Topics: Chemistry and Pharmacology
    Notes: Spectroscopic Investigations on the Acidity of O,O′-Dithiophosphoric Acid Esters in Nonpolar Aprotic Solvents
    Additional Material: 3 Tab.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 2
    facet.materialart.
    Unknown
    In:  Nederlandse Faunistische Mededelingen (01692453) vol.9 (1999) p.113
    Publication Date: 2007-01-10
    Description: Faunistic review of the Dutch woodlouse-flies (Diptera: Rhinophoridae) The faunistics of the seven Dutch species of Rhinophoridae are discussed. Of each species a short diagnosis , its distribution in the Netherlands, habitat and phenology are given. The larvae of all Rhinophoridae are endoparasites on woodlice (Isopoda: Oniscidae). In a separate paper information on associations with hosts and other ecological information will be discussed.
    Keywords: Insecta ; Diptera ; Rhinophoridae ; Nederland ; Biologie ; Herkenning ; Verspreiding ; Biotopen ; Gastheren
    Repository Name: National Museum of Natural History, Netherlands
    Type: Article / Letter to the editor
    Format: application/pdf
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 3
    facet.materialart.
    Unknown
    In:  Nederlandse Faunistische Mededelingen (01692453) vol.9 (1999) p.109
    Publication Date: 2007-01-10
    Description: The rearing of the botfly Cephenemyia auribarbis (Diptera: Oestridae) After several failures we finally succeeded in rearing botflies Cephenemyia from third-instar larvae. From a red deer shot at 13 March 1998 about one hundred larvae of Cephenemyia auribarbis (Meigen, 1824) were collected. Ten individuals reached the pupal stage. After 22 days, one fullgrown male died in the pupa, and two males emerged and lived for 17 and 18 days respectively. This is one of the few recorded succesful attempts to rear botflies.
    Keywords: Insecta ; Diptera ; Oestridae ; Cephenemyia auribarbis ; Nederland ; Verspreiding ; 42.75
    Repository Name: National Museum of Natural History, Netherlands
    Type: Article / Letter to the editor
    Format: application/pdf
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 4
    facet.materialart.
    Unknown
    European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden
    Publication Date: 2024-01-20
    Description: Wilde bijen in terreinen van Natuurmonumenten\nEr zijn sterke aanwijzingen dat het plaatsen van bijenkasten in natuurgebieden negatief kan zijn voor de plaatselijke wilde-bijenfauna. De honingbij concurreert met wilde bijen om stuifmeel, waardoor de broedzorg van sommige soorten nadeel ondervindt. Dit was voor Natuurmonumenten de aanleiding om EIS-Nederland te verzoeken een rapport op te stellen over de bijen van hun terreinen en advies uit te brengen over beschermingsmaatregelen voor de bijenfauna. Om de terreinen te kunnen beoordelen op hun waarde voor de bijenfauna werd een lijst opgesteld met bedreigde bijensoorten. In totaal staan 194 van de 338 uit Nederland bekende soorten op deze lijst. Daarvan zijn er 49 niet meer in Nederland aangetroffen sinds 1980. Bijen lijken in ons land nog sterker bedreigd te worden dan veel andere diergroepen. Binnen de bijen bestaat een grote variatie aan vliegplanten en in de mate van specialisatie. Met behulp van informatie over bloembezoek van honingbijen en wilde bijen werd onderzocht of er binnen de wilde bijen groepen van soorten te onderscheiden zijn, die meer of minder dan gemiddeld door de honingbij beconcurreert worden. Honingbijen bleken echter op vrijwel alle planten te vliegen waar ook wilde bijen op vliegen. Het bleek niet mogelijk om met de beschikbare informatie een differentiatie aan te brengen in de mate van concurrentiegevoeligheid van afzonderlijke soorten. Waarschijnlijk bestaan deze verschillen wel, maar om deze aan te geven is meer gedetailleerde informatie nodig. Door het waarnemingenbestand van de wilde bijen te koppelen aan het gebiedenbestand van Natuurmonumenten konden de gegevens van bedreigde bijensoorten geselecteerd worden. Uit 107 van de circa 360 gebieden zijn gegevens van bedreigde bijen bekend. Er werd een lijst samengesteld van gebieden met de meeste bedreigde soorten in de afgelopen eeuw, en tevens een lijst van gebieden met de meeste bedreigde soorten vanaf 1980. Voor deze laatste lijst geldt de volgende \xe2\x80\x98top 10\xe2\x80\x99: Sint-Pietersberg, Grensmaas, Brunssummerheide, Groeve Sweijer, Geuldal, Nationaal Park Veluwezoom 1, Loonse en Drunense Duinen, Zwanenwater, Berghofweide, Nationaal Park Schiermonnikoog. Speciale aandacht werd gegeven aan een groep soorten van kustduinen en kwelders, waarvoor Nederland een internationale verantwoordelijkheid heeft. Deze soorten zijn in vijf terreinen van Natuurmonumenten vastgesteld: Hoge Berg, Nationaal Park Schiermonnikoog, Voornes Duin, Zuidgors, Zwanenwater. In de vorige paragraaf worden weliswaar gebieden met een rijke bijenfauna genoemd, maar hierbij moet in het oog gehouden worden dat uit veel gebieden geen (recente) gegevens beschikbaar zijn. Verwacht mag worden dat intensiever onderzoek nog meer belangrijke bijengebieden aan het licht zal brengen. Om toch iets te kunnen zeggen over de niet- of slecht onderzochte gebieden werden de voorkeursbiotopen van wilde bijen bepaald met behulp van literatuuronderzoek en de EIS-ecocodes. De volgende biotopen bleken belangrijk: droge kruidenvegetaties, schraallanden, droge heide, stuifzanden, kust- en rivierduinen en groeven. Schorren en kwelders zijn bovendien belangrijk vanwege het voorkomen van enkele bijzondere soorten. De bijenfauna van de volgende slecht onderzochte gebieden verdient op grond van de biotopen meer aandacht: Beningerslikken, Bennekomse Bos, Cartierheide, Inlaag, Korendijkse Slikken, Kwade Hoek, Maasuiterwaarden, Oisterwijkse bossen en vennen, Oudemirdumerklif, Planken Wambuis, De Schorren, Sprengenberg, Zuidgors. Hierbij moet benadrukt worden dat deze gebieden geselecteerd zijn uit de 107 gebieden waaruit gegevens van bedreigde soorten bekend waren. Van de andere circa 253 terreinen waren geen biotoopgegevens voorhanden Met behulp van gegevens over bloembezoek is onderzocht welke planten belangrijk zijn voor de voedselvoorziening van bijen. Naast enkele algemeen voorkomende families (composieten, schermbloemigen, kruisbloemigen, vlinderbloemigen en lipbloemigen) bleken vooral de volgende plantensoorten en \xe2\x80\x93genera van belang: klokjes, Centaurea-soorten, slangenkruid, zandblauwtje, rolklaver, ganzerik, braam, wilg, paardenbloem en klaver. Tot slot wordt advies uitgebracht ten aanzien van het beheer in gebieden met een bijzondere bijenfauna en worden er lijsten gegeven van gebieden waarvoor het interessant zou zijn om de huidige bijenfauna beter te onderzoeken. \nAdvies Zolang niet is aangetoond dat honingbijen geen negatief effect hebben op de wilde bijenfauna adviseren wij om zeer terughoudend te zijn met het toelaten van bijenkasten in gebieden met een belangrijke wilde bijenfauna. Het gaat in ieder geval om de \xe2\x80\x98top 10\xe2\x80\x99 van soortenrijkste gebieden en de vijf gebieden met bijzondere kustsoorten, die eerder in deze samenvatting genoemd zijn. Slechts een klein deel van de gebieden van Natuurmonumenten is voldoende onderzocht. Naar verwachting komen ook belangrijke bijenpopulaties voor in niet of slecht onderzochte gebieden. Gezien de dramatische achteruitgang van de Nederlandse bijen verdient het aanbeveling om de bijenfauna van zo veel mogelijk van dit soort potentieel belangrijke gebieden in kaart te brengen. We adviseren om ook terughoudend te zijn met het plaatsen van bijenkasten in de volgende gevallen:\n\xe2\x80\xa2 In de belangrijkste bijenbiotopen: open, zandige, bloemrijke gebieden, met een grote structuurvariatie,\nzoals droge kruidenvegetaties, schraallanden, droge heiden, groeven, stuifzanden, kust- en\nrivierduinen, schorren en kwelders.\n\xe2\x80\xa2 In droge, open gebieden met ge\xc3\xafsoleerde (groepen) wilgen. Dit is in het vroege voorjaar de enige\nnectar- en pollenbron in de wijde omgeving voor zeer veel bloembezoekende insecten. Hier zouden\nzeker geen bijenkasten toegelaten moeten worden.\n\xe2\x80\xa2 Grote groeiplaatsen van belangrijke vliegplanten van bedreigde bijen.
    Keywords: Nederland ; Verspreiding ; Biotopen
    Repository Name: National Museum of Natural History, Netherlands
    Type: info:eu-repo/semantics/other
    Format: application/pdf
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 5
    facet.materialart.
    Unknown
    In:  Nederlandse Faunistische Mededelingen vol. 9, pp. 113-126
    Publication Date: 2024-01-12
    Description: Faunistic review of the Dutch woodlouse-flies (Diptera: Rhinophoridae)\nThe faunistics of the seven Dutch species of Rhinophoridae are discussed. Of each species a short diagnosis , its distribution in the Netherlands, habitat and phenology are given. The larvae of all Rhinophoridae are endoparasites on woodlice (Isopoda: Oniscidae). In a separate paper information on associations with hosts and other ecological information will be discussed.
    Keywords: Insecta ; Diptera ; Rhinophoridae ; Nederland ; Biologie ; Herkenning ; Verspreiding ; Biotopen ; Gastheren
    Repository Name: National Museum of Natural History, Netherlands
    Type: info:eu-repo/semantics/article
    Format: application/pdf
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 6
    facet.materialart.
    Unknown
    In:  Nederlandse Faunistische Mededelingen vol. 9, pp. 109-112
    Publication Date: 2024-01-12
    Description: The rearing of the botfly Cephenemyia auribarbis (Diptera: Oestridae)\nAfter several failures we finally succeeded in rearing botflies Cephenemyia from third-instar larvae. From a red deer shot at 13 March 1998 about one hundred larvae of Cephenemyia auribarbis (Meigen, 1824) were collected. Ten individuals reached the pupal stage. After 22 days, one fullgrown male died in the pupa, and two males emerged and lived for 17 and 18 days respectively. This is one of the few recorded succesful attempts to rear botflies.
    Keywords: Insecta ; Diptera ; Oestridae ; Cephenemyia auribarbis ; Nederland ; Verspreiding
    Repository Name: National Museum of Natural History, Netherlands
    Type: info:eu-repo/semantics/article
    Format: application/pdf
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 7
    ISSN: 0006-3525
    Keywords: Chemistry ; Polymer and Materials Science
    Source: Wiley InterScience Backfile Collection 1832-2000
    Topics: Chemistry and Pharmacology
    Additional Material: 3 Ill.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 8
    ISSN: 0006-3525
    Keywords: Chemistry ; Polymer and Materials Science
    Source: Wiley InterScience Backfile Collection 1832-2000
    Topics: Chemistry and Pharmacology
    Notes: The enthalpy change accompanying the double helix-coil transition of polyriboadenylic acid (poly A) in aqueous solution has been measured optically and calorimetrically in the pH range 5.7-4.5. The course of this cooperative transition was followed optically by measuring changes in ultraviolet absorption as a function of temperature at different pH values, and calorimetrically by determining the heat capacity of the solution through the transition region. From the latter measurements, the enthalpy of transition was calculated. It is shown, that ΔH is dependent on pH as it is expected from the influence of protonation of the double helix of poly A.
    Additional Material: 4 Ill.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 9
    Electronic Resource
    Electronic Resource
    Weinheim : Wiley-Blackwell
    Berichte der deutschen chemischen Gesellschaft 102 (1969), S. 2158-2159 
    ISSN: 0009-2940
    Keywords: Chemistry ; Inorganic Chemistry
    Source: Wiley InterScience Backfile Collection 1832-2000
    Topics: Chemistry and Pharmacology
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 10
    ISSN: 0018-019X
    Keywords: Chemistry ; Organic Chemistry
    Source: Wiley InterScience Backfile Collection 1832-2000
    Topics: Chemistry and Pharmacology
    Notes: Macrocyclic [4n + 2]-Hückel Aromatic Systems up to n = 9 and [4n] Antiaromatic Systems up to n = 10: Homologous Sequences from Tetraepoxy[24]annulene(2.0.2.0) to Tetraepoxy[40]annulene(12.0.12.0) and from the ‘Tetraoxa[22]porphyrin(2.0.2.0)-’ to the ‘Tetraoxa[38]porphyrin(12.0.12.0’-Dication1)2)Tetraepoxy[32]annulene(8.0.8.0) 3, tetraepoxy[36]annulene(10.0.10.0) 4, and tetraepoxy[40]annulene(12.0.12.0) 5 are synthesized and oxidized to give the ‘tetraoxa[30]-’, ‘tetraoxa[34]-’, and ‘tetraoxa[38]porphyrin’ dications 8-10. The annulenes as well as the ‘porphyrins’ are mixtures of at least two different configurational isomers, which can be analyzed by 1H-NMR techniques. Together with systems described already earlier, a complete homologous sequence from tetraepoxy[24]annulene(2.0.2.0) to tetraepoxy[40]annulene(12.1.12.0) and from ‘tetraoxa[22]porphyrin(2.0.2.0)’ to ‘tetraoxa[38]porphyrin(12.0.12.0)’ dications are available for the first time. The UV/VIS-absorptionmaxima in the annulene series are shifted to longer wavelengths with an increment of 12 nm per additional C=C bonds, and the Δδ values of the 1H-NMR spectra demonstrate a decreasing paratropic character (Δδ = 5.97 (1), 2.80 (3), and 4.23 ppm (4). The averaged λmax values of the Soret bands of the ‘tetraoxaporphyrin’ dications show a linear bathochromic shift with an increment Δδ of 58 nm per two additional double bonds, the absorptions of the most intensive Q-bands also increase linearly with an increment of ca. 160 nm. The Δδ values of the 1H-NMR spectra of the ‘tetraoxaporphyrin’ dications are increasing with the ring size (Δδ = 24.04 (7a) to 25.17 (9a) ppm), respectively, decreasing (Δδ = 21.55 (6) to 21.50 (9b) ppm) with a small maximum of 22.60 ppm for 7b, depending on the configuration of the isomers. The results confirm the antiaromatic character of the annulenes with up to 40π electrons and the aromatic character of the ‘tetraoxaporphyrin’ dications with up to 38π electrons.
    Additional Material: 18 Ill.
    Type of Medium: Electronic Resource
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
Close ⊗
This website uses cookies and the analysis tool Matomo. More information can be found here...