Summary
Bud sports are known in many florist's flowers which are vegetatively propagated (Table 1). Among carnations the variety ‘Peter Fisher’ came to the fore during the war.
This variety together with two of its sports held a dominating position immediately after the war, but in their turn they were superseded by new varieties and their bud sports. At present the carnation ‘William Sim’ with some bud sports are dominant (Figs 1 and 2). Within only 6 years more than 50 bud sports were introduced. Some of them originated in the Netherlands.
Some bud sports appeared to be periclinal chimaeras.
Tetraploid forms have been created by colchicine treatment as well as by bud mutation.
In glasshouse roses sports of the hybrid tea varieties ‘Columbia’ and ‘Ophelia’ have come to the fore.
Bud sports have also become known of many other cut flowers and of numerous pot plants.
In Azalea indica, as well as in carnations and roses, bud sports especially of widely grown varieties have been introduced. The latter have more chance to be fancied than those which are derived from varieties that are not in vogue.
Samenvatting
Van vele op vegetatieve wijze vermenigvuldigde bloemisterijgewassen zijn knopmutanten bekend (tabel 1). Bij de anjers kwam tijdens de oorlog de gemakkelijk te telen ‘Peter Fisher’ naar voren. Dit ras met een tweetal sports overheersten direct na de oorlog, doch werden op hun beurt verdrongen door nieuwe rassen met hun knopmutanten. Thans heeft het anjerras ‘William Sim’ met enige knopmutanten een overheersende plaats (fig. 1 en 2). In een zestal jaren werden meer dan 50 knopmutanten, die ten dele in Nederland ontstaan zijn, in de handel gebracht.
Enige knopmutanten bleken periklinale chimaeren te zijn. Zowel door colchicine-behandeling als door knopmutatie zijn tetraploïde vormen ontstaan.
Bij de kasrozen zijn sports van de theehybriden ‘Columbia’ en ‘Ophelia’ sterk op de voorgrond getreden.
Ook van vele andere snijbloemen en tal van potplanten zijn knopmutanten bekend geworden. Bij Azalia indica zijn, evenals bij de anjers en rozen, vooral knopmutanten van veel geteelde rassen bekend geworden. Deze sports zijn eerder waardevol dan die van de minder geteelde rassen.
This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
Similar content being viewed by others
8. References
Cramer, P. J. S., Knopvariatie. Diss. Amsterdam, 1905.
Dowrick G. J., The cause of sporting in the Chrysanthemum, Gard. Illustr. 69 (1952): 308.
L.E.I., Onderzoek naar de opbrengsten van Amerikaanse anjers op 18 bedrijven in het gebied Aalsmeer. 1947 t.e.m. 1954.
Mehlquist G. A. L., The significance of somatic mutations. Carnation Craft 29 (1955): 5.
Mehlquist G. A. L.; OberD. and SagawaY., Somatic mutations in the carnation, Dianthus caryophyllus. Proc. Nat. Acad. Sc. 40 (1954): 432 (repr. in Carn. Craft 29 (1955): 1).
N.A.K.S., Vierde voorlopige rassenlijst voor anjers. 1953.
Peeters F., Nieuwigheden inzake Azalea's. Landbouwtijdschrift 7 (1954): 1209.
Stewart R. N., Colchicine-induced tetraploids in carnations and poinsettias. Proc. Am. Soc. Hort. Sci. 57 (1951): 408.
Stewart R. N., Polyploids and carnation breeding. Carn. Craft 28 (1954): 1.
Wasscher, J., Het sortiment Begoniahybriden. Tuinbouwgids (1949): 773.
Wasscher J., Hoe zijn de variëteiten van de bloemisterijgewassen ontstaan? Med. Dir. Tuinb. 16 (1953): 473.
Wasscher J., Een periklinale chimaere bij Kalanchoë. Euphytica 4 (1955): 254.
Wegman, Th., Sortiment van Pelargonium. Tuinbouwgids. (1953): 473.
Wylie Ann P., The history of garden roses. Journ. R. Hort. Soc. 79 (1955): 555; 80 (1955): 8 and 76.
Zimmerman P. W. and Hitchcock A. E., Rose sports from adventitious buds. Contr. Boyce Thompson Inst. 16 (1951): 221.
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Wasscher, J. The importance of sports in some florist's flowers. Euphytica 5, 163–170 (1956). https://doi.org/10.1007/BF00022074
Received:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF00022074