ALBERT

All Library Books, journals and Electronic Records Telegrafenberg

feed icon rss

Your email was sent successfully. Check your inbox.

An error occurred while sending the email. Please try again.

Proceed reservation?

Export
Filter
Collection
Years
  • 1
    facet.materialart.
    Unknown
    In:  Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland vol. 9 no. 7/8, pp. 296-297
    Publication Date: 2024-01-12
    Description: Leersia oryzoides (L.) Sw. in Twente teruggevonden. Blijkens het verspreidingskaartje bij het artikel van wijlen Prof. D. Bakker in Gorteria 9 (5), p. 155\xe2\x80\x94158 waren tot dusver uit Twente geen recente vondsten van het rijstgras bekend. Na jarenlang tevergeefs zoeken vond ik in augustus 1978 dit gras aan het Kanaal Almelo-Nordhorn en wel verder westelijk dan waar het eertijds was gevonden, namelijk ten zuiden van Mekkelenberg (gem. Tubbergen). Enkele grote pollen Leersia groeiden daar op een open plek aan de waterkant; later, in oktober, stonden ze in ondiep water. De rietkraag was ter plaatse over enkele meters onderbroken, de kanaalberm was grazig en vrij sterk betreden: kennelijk betrof het een visstek. Enkele decimeters hoger in de zonering stond Triglochin palustris, een soort die mij overigens van het Kanaal Almelo-Nordhorn onbekend is en die in Twente zeer zeldzaam is geworden (ik vond haar ongeveer tien jaar geleden nog op de Fayersheide bij Vriezenveen en in de Hazelbekke bij Vasse).\nOndanks langdurig zoeken werden langs het kanaal geen andere vindplaatsen van Leersia oryzoides aangetroffen. Drs. H. Reimerink (Prov. Planol. Dienst, Zwolle) deelde me mee dat het rijstgras voor enkele jaren was aangetroffen in het gebied van de Loolee, iets verder zuidelijk. Voorts berichtte Drs. J. A. Hoekstra (Nijmegen) naar aanleiding van Prof. Bakkers artikel een vondst in de warme zomer van 1959. Leersia groeide toen in weinig exemplaren langs de oever van de afgesneden Vecht-arm tussen Junne en Beerse, ten oosten van Ommen, aan de zuidzijde van de Overijsselse Vecht. In later jaren kon de soort ter plaatse niet meer worden teruggevonden.
    Repository Name: National Museum of Natural History, Netherlands
    Type: info:eu-repo/semantics/article
    Format: application/pdf
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 2
    facet.materialart.
    Unknown
    In:  Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland vol. 9 no. 10, pp. 341-345
    Publication Date: 2024-01-12
    Description: Over het vroegere voorkomen van Chenopodium vulvaria L. in Nederland. Naar aanleiding van een recente vondst van Chenopodium vulvaria bij Assendelft schrijft MENNEMA (1977): \xe2\x80\x9eMet P. Heukels, die het verspreidingskaartje gereed maakte voor de Atlas van de Nederlandse Flora, ben ik van mening, dat in Nederland alleen Z.-Limburg tot het areaal van C. vulvaria mag worden gerekend\xe2\x80\x9d. Hierbij zou ik de volgende kanttekeningen willen maken: C. vulvaria wordt onder de naam Atriplex olida door VORSTIUS (1633) voor de omgeving van Leiden en door BRUMAN (1662) voor die van Zwolle opgegeven. MEESE (1760, p. 15, nr. 113) geeft op: \xe2\x80\x9eOveral in Moes-hoven, en aan de weegen\xe2\x80\x9d, BRUINSMA (1840, p. 57, als C. foetidum): \xe2\x80\x9ebij Harlingen en Leeuward.\xe2\x80\x9d Dat deze soort, hoewel behorend tot de \xe2\x80\x9emoeilijke\xe2\x80\x9d familie der Chenopodiaceae, destijds goed bekend was moge blijken uit de volgende passage bij DE LOBEL (1581), die haar op p. 308\xe2\x80\x94309 beschrijft onder de naam \xe2\x80\x9eCleyn stinckende Melde ghenoemt Cuttencruydt\xe2\x80\x9d: \xe2\x80\x9e...Den reuck heeft dit cruydt zeer bekendt ghemaeckt ende bycants schandelick veracht: Want den reuck van dien stinckt ghelijck eene Bock: iae men vraegt de ghene die tselfde ghewreuen hebben tusschen de vinghers/oft sy erghens ghehandelt hebben eenighe vuyle hoere/midts dat gheheel is stinckende ghelijck de vuyle ende stinckende hoeren/waer door dat ghemeynlick Cutten cruydt gheheeten wordt. Als eenighe vrouwen cleedere daer mede ghestreken zijn/soo comen de honden daer aen riecken/ende tot onnutticheyt daer door gedreuen zijnde/ comen met een stijf dinck de selfde feesteren/besonder in de kercken daer vuylen domp wassemt/ouermidts de begrauinghe der dooden/ende oock want die met gheene winden ghesuyuert en worden. Maer ten mach gheensins in spijse ghebruyckt worden.\xe2\x80\x9d Uit de vorige eeuw is in elk geval \xc3\xa9\xc3\xa9n Nederlandse vindplaats buiten Zuid-Limburg bekend, waar de soort heeft standgehouden, namelijk Zierikzee, waar zij in 1844, 1868 en 1887 werd verzameld. Als nadere vindplaatsopgave wordt bij de vondsten van 1844 en 1887 de Zelkeheuvel vermeld. Het lijkt wel zeer onwaarschijnlijk dat de soort op het in de vorige eeuw zeer \xe2\x80\x9ege\xc3\xafsoleerde\xe2\x80\x9d Duiveland twee- of driemaal opnieuw op dezelfde plek zou zijn aangevoerd.
    Repository Name: National Museum of Natural History, Netherlands
    Type: info:eu-repo/semantics/article
    Format: application/pdf
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
  • 3
    facet.materialart.
    Unknown
    In:  Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland vol. 31 no. 3/4, pp. 90-92
    Publication Date: 2024-01-12
    Repository Name: National Museum of Natural History, Netherlands
    Type: info:eu-repo/semantics/article
    Format: application/pdf
    Location Call Number Expected Availability
    BibTip Others were also interested in ...
Close ⊗
This website uses cookies and the analysis tool Matomo. More information can be found here...